-
1 totaal bedrag
n. total amount, total -
2 итог
totaal(bedrag), resultaat -
3 итог
totaal(bedrag), resultaat -
4 total
total1 [tottaal],totaux [tottoo]1 totaal ⇒ geheel, volkomen♦voorbeelden:au total • in totaal, over het geheelle total • totaal, somfaire le total • optellen————————total2 [tottaal]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 total, on n'a rien gagné • kort en goed, we hebben niets gewonnen1. mtotaal(bedrag), som2. adjtotaal, volkomen -
5 Summe
Summe〈v.; Summe, Summen〉♦voorbeelden: -
6 Gesamtbetrag
-
7 annualize
v. berekenen of aanpassen van getallen voor een heel jaar; een waarde schatten zodat het een verwacht of totaal bedrag voor een geheel jaar weergeeft, op jaarbasis berekenen; berekend zijn voor een jaar (ook "annualise")[ ænjoeəlajz] 〈 geldwezen〉 -
8 annualise
v. berekenen of aanpassen van getallen voor een heel jaar; een waarde schatten zodat het een verwacht of totaal bedrag voor een geheel jaar weergeeft, op jaarbasis berekenen; berekend zijn voor een jaar (ook "annualize") -
9 chiffre
chiffre [sĵiefr]〈m.〉♦voorbeelden:faire du chiffre • zijn omzet willen opdrijvenm1) cijfer2) totaalbedrag3) monogram, naamcijfer4) code5) cijfercombinatie [slot] -
10 masse
masse [maas]〈v.〉1 massa ⇒ massief stuk, blok4 (totaal)bedrag ⇒ fonds, kas, pot, inleg♦voorbeelden:taillé dans la masse • uit één stuk gesneden, gehouwentomber comme une masse • als een blok neervallenla masse, la grande masse de • het grootste gedeelte, het merendeel vanen masse • massaal, in menigte, in groten getale〈 informeel〉 il n'y en a pas des masses • er zijn er niet al te veel, het houdt niet overmasse monétaire • geldcirculatiemasse salariale • totale loonsom1. f1) massa2) menigte4) totaliteit, geheel5) pot, inzet, inleg6) boedel [juridisch]7) klophamer [techniek]8) aardleiding [techniek]9) staf met gouden/zilveren knop2. massesf pl -
11 montant
montant1 [mõtã]〈m.〉1 post 〈 deur〉 ⇒ stijl 〈 raam, ladder〉 ⇒ boom, paal 〈 tent〉 ⇒ stootboord 〈 trap〉 ⇒ 〈 sport en spel〉 doelpaal3 sterke, pikante geur, smaak♦voorbeelden:donner du montant à une sauce • een saus pittig kruiden————————montant2 [mõtã]1 stijgend ⇒ wassend, rijzend, stroomopwaarts varend♦voorbeelden:train montant • trein die naar Parijs gaat of terug naar het beginstation→ garde1. m1) post, stijl [deur, raam]2) boom, paal [tent]3) doelpaal [sport]4) totaalbedrag6) (het) klimmen [valk]2. adj1) stijgend, rijzend -
12 total
adj. totaal, absoluut--------n. totaal; gezamenlijk bedrag--------v. optellen; een totaal vormen vantotal1[ tootl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 totaal♦voorbeelden:————————total21 totaal ⇒ geheel, volledig♦voorbeelden:a total eclipse of the sun • een totale zonsverduisteringin total ignorance • in absolute onwetendheidsum total • totaalbedrag————————total3〈 totalled〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bedragen ⇒ tot een bedrag komen van, oplopen tot -
13 sum
n. bedrag; berekening; totaal--------v. samenvatten, resumeren, optellen[ sum]1 som ⇒ totaal, geheel3 (reken)som ⇒ berekening, optelling4 samenvatting ⇒ kern, strekking♦voorbeelden:good at sums • goed in rekenen -
14 somme
somme [som]I 〈m.〉♦voorbeelden:II 〈v.〉1 totaal♦voorbeelden:en somme • alles tezamen genomen→ bête1. m 2. f1) totaal2) hoeveelheid3) som, bedrag4) optelling -
15 сумма
som, bedrag ; totaal -
16 общая сумма
adjgener. het totale bedrag, hoofdsom, totaal -
17 amount
n. hoeveelheid; som, bedrag--------v. bedragen; opklimmen tot[ əmaunt]2 totaal ⇒ som, waarde♦voorbeelden:any amount of money • een berg geldno amount of pain • geen pijn, hoe hevig dan ooka certain amount of risk • enig risico -
18 totalization
n. totaal, gezamenlijk bedrag, totalisatie, optelling -
19 quantum
quantum [kwãtom],quanta [kwãtaa]〈m.〉♦voorbeelden: -
20 общая сумма
adjgener. het totale bedrag, hoofdsom, totaal
Страницы
- 1
- 2