-
1 geboortecijfer
1 (taux <m.> de) natalité 〈v.〉♦voorbeelden: -
2 geboortecijfer
♦voorbeelden: -
3 geboortecijfer
hetGeburtenrate f -
4 geboortecijfer
n. birthrate, proportion of the number of births at a given time to the total population -
5 geboortecijfer
o(taux m de) natalité f -
6 geboortecijfer
-
7 de daling van het geboortecijfer
de daling van het geboortecijferDeens-Russisch woordenboek > de daling van het geboortecijfer
-
8 de daling van het geboortecijfer
de daling van het geboortecijferVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de daling van het geboortecijfer
-
9 een daling van het geboortecijfer
een daling van het geboortecijferVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een daling van het geboortecijfer
-
10 birth rate
-
11 birth rate
French\ \ taux de natalitéGerman\ \ Geburtenziffer; GeburtenrateDutch\ \ ruw geboortecijfer; geboortecijferItalian\ \ tasso di natalitàSpanish\ \ tasa de natalidadCatalan\ \ taxa de natalitatPortuguese\ \ taxa de natalidadeRomanian\ \ -Danish\ \ fødselsrateNorwegian\ \ fødselsrateSwedish\ \ födelsetalGreek\ \ συντελεστής γέννησηςFinnish\ \ syntyvyysHungarian\ \ születési arányszámTurkish\ \ doğum oranıEstonian\ \ sündimuskordajaLithuanian\ \ gimstamumo rodiklisSlovenian\ \ stopnja rodnostiPolish\ \ współczynnik urodzeń; stopa urodzeńRussian\ \ уровень рождаемостиUkrainian\ \ рівень народжуваностіSerbian\ \ стопа рађањаIcelandic\ \ fæðingu hlutfallEuskara\ \ jaiotza-tasaFarsi\ \ nerkhe t v lodPersian-Farsi\ \ -Arabic\ \ معدل الولادةAfrikaans\ \ geboortekoersChinese\ \ 出 生 率 , 生 殖 率Korean\ \ 출생률 -
12 baby boom
baby boom -
13 baby bust
baby bust -
14 boomlet
n. korte periode van verrassende en intense economische bloei; kleine bloei van het geboortecijfer -
15 chiffre
chiffre [sĵiefr]〈m.〉♦voorbeelden:faire du chiffre • zijn omzet willen opdrijvenm1) cijfer2) totaalbedrag3) monogram, naamcijfer4) code5) cijfercombinatie [slot] -
16 chiffre des naissances
chiffre des naissances -
17 dénatalité
dénatalité [deenaataalietee]〈v.〉1 daling van het geboortecijfer ⇒ geboortedaling, vergrijzing (van de bevolking) -
18 natalité
-
19 daling
♦voorbeelden:1 daling van de zeespiegel/het kwik/een vliegtuig • drop in the sea level; fall(ing) of the mercury/thermometer; descent of an aeroplaneeen sterke daling van het het ledenaantal • a considerable drop in the membershipop daling speculeren • speculate for a fall -
20 Geburtenzahl
- 1
- 2