-
1 reserve
n. voorraad; reservedienst; reservaat; beheersing--------v. reserveren; bewaren; sparen, besparenreserve1[ rizzə:v]♦voorbeelden:1 have/keep something in reserve • iets in reserve hebben/houdenthe reserves • de reserve1 reserve ⇒ voorbehoud, bedenking2 gereserveerdheid ⇒ reserve, terughoudendheid♦voorbeelden:————————reserve2〈 werkwoord〉1 reserveren ⇒ achterhouden, in reserve houden♦voorbeelden:reserve for/to oneself the right to … • zich het recht voorbehouden om … -
2 supply
n. proviand, voorraad; voorzien van, aanbod, opslag, bevoorrading, goederen, levering--------v. levering, aflevering, bevoorradingsupply1[ səplaj] 〈meervoud: supplies〉1 voorraad♦voorbeelden:→ short short/1 bevoorrading ⇒ aanvoer, toevoer, levering2 aanbod♦voorbeelden:1 (mond)voorraad ⇒ proviand, benodigdheden————————supply2〈werkwoord; supplied〉1 leveren ⇒ verschaffen, bezorgen, voorzien van2 voorzien in ⇒ verhelpen, vervullen♦voorbeelden:1 supply something to someone, supply someone with something • iemand iets bezorgen, iemand van iets voorzien2 supply a need/want • voorzien in een behoefte/noodsupply a demand • aan een verzoek voldoen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский