-
1 voelen
1 [algemeen] sentir♦voorbeelden:zoiets moet je voelen • qc. comme ça, il faut pouvoir le sentirhij schijnt die beledigingen niet te voelen • il semble insensible à ces insultesde grond onder je voeten voelen wegglijden • sentir le sol se dérober sous ses pieds 〈 ook figuurlijk〉ik voel wel waar hij heen wil • je devine où il veut en venirvoelt u wat ik bedoel? • vous comprenez ce que je veux dire?voel eens wat een zachte stof • sens comme ce tissu est douxvoel je hoe dat zit? • tu comprends quelle est la situation?→ link=horen horenII 〈wederkerend werkwoord; zich voelen〉1 [in een toestand verkeren] se sentir♦voorbeelden:1 voel je je wel lekker? • tu es sûr que ça va?zich ergens thuis voelen • se sentir qp. comme chez soizich beter voelen • se sentir mieux→ link=kat kat2 [genegenheid kennen; aantrekkelijk achten] être attiré par♦voorbeelden:veel voor een vak voelen • être très attiré par un métierer veel voor voelen om naar huis te gaan • avoir grande envie de rentrer (à la maison)ik voel er niet veel voor • ça ne me tente pas tropik voel meer voor Spanje • je préfère l'Espagnevoel je wat voor een weekendje Parijs? • un week-end à Paris, ça te dit? -
2 een nieuweling in het vak zijn
een nieuweling in het vak zijn -
3 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
4 nieuweling
♦voorbeelden: -
5 piepjong
♦voorbeelden:niet (zo) piepjong meer zijn • n'être plus très jeune -
6 vak
♦voorbeelden:de vakken van een schaakbord • les cases d'un jeu d'échecseen bladzijde in vakken verdelen • quadriller une pageeen zoldering met vakken • un plafond à caissonsacht vakken in zijn pakket hebben • avoir un programme scolaire de huit matièreseen man van één vak • un spécialiste→ link=rot rot -
7 veel voor een vak voelen
veel voor een vak voelen
См. также в других словарях:
Être du métier — ● Être du métier être un professionnel ; être spécialiste du travail dont il s agit … Encyclopédie Universelle
métier — [ metje ] n. m. • menestier, mistier « service », « office » Xe; lat. ministerium (→ ministère), altéré en °misterium, par crois. avec mysterium I ♦ 1 ♦ Genre d occupation manuelle ou mécanique qui exige un apprentissage et qui est utile à la… … Encyclopédie Universelle
Être de la partie — ● Être de la partie être du métier … Encyclopédie Universelle
métier — (mé tié ; l r ne se lie jamais ; au pluriel, l s se lie : des mé tié z en activité) s. m. 1° Exercice d un art mécanique. Le métier de cordonnier, de tailleur, de serrurier, de tisserand, etc. Apprendre, savoir, avoir, exercer un métier. Il est … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Metier (activite) — Métier (activité) Pour les articles homonymes, voir Métier … Wikipédia en Français
Métier à tisser — rudimentaire Tissage rudimentaire … Wikipédia en Français
être expérimenté — ● être expérimenté verbe passif Avoir une longue expérience dans un métier et, de ce fait, une forte compétence : Un médecin expérimenté. ● être expérimenté (synonymes) verbe passif Avoir une longue expérience dans un métier et, de ce...… … Encyclopédie Universelle
Être jeune dans le métier — ● Être jeune dans le métier manquer d expérience … Encyclopédie Universelle
être prédestiné — ● être prédestiné verbe passif Être voué d avance à être ou à agir de telle ou telle manière. Avoir une fin dernière fixée par un décret éternel divin. ● être prédestiné (expressions) verbe passif Nom, prénom, etc., prédestiné, qui semble avoir… … Encyclopédie Universelle
être qualifié — ● être qualifié verbe passif Avoir les qualités, la compétence nécessaire pour faire quelque chose : Vous n êtes pas qualifié pour donner des ordres. Avoir les connaissances et les capacités requises pour l exercice de son métier : Personnel… … Encyclopédie Universelle
être — 1. être [ ɛtr ] v. intr. <conjug. : 61; aux temps comp., se conjugue avec avoir > • IXe; inf. 1080; lat. pop. °essere, class. esse; certaines formes empr. au lat. stare I ♦ 1 ♦ Avoir une réalité. ⇒ exister. ♢ (Personnes) Être ou ne pas être … Encyclopédie Universelle