-
1 battler
-
2 drudge
v. zwoegen; eentonig werk doendrudge1[ drudzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 sloof ⇒ zwoeger, werkezel————————drudge2〈 werkwoord〉1 zwoegen ⇒ zich afbeulen, eentonig werk doen -
3 plodder
-
4 slogger
-
5 swot
swot1♦voorbeelden:2 what a swot! • wat een klus!————————swot2〈werkwoord; swotted〉 〈Brits-Engels; informeel〉2 → swat swat/♦voorbeelden:swot for an exam • blokken voor een examen -
6 toiler
n. zwoeger, harde werker
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский