-
1 centroid
zwaartepunt -
2 chief point
zwaartepunt -
3 centre of gravity
-
4 centre
n. centrum, midden, middelpuntcentre1, 〈 Amerikaans-Engels spelling〉 center [ sentə] 〈 zelfstandig naamwoord〉 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉1 midden ⇒ centrum, middelpunt 〈 ook figuurlijk〉; spil, as; 〈 politiek〉 centrumpartij; (zenuw)centrum; haard 〈 van storm, rebellie〉2 centrum ⇒ instelling, bureau4 → centre three-quarter centre three-quarter/♦voorbeelden:centre of gravity • zwaartepunt————————centre2♦voorbeelden:centre line • middellijn————————centre3♦voorbeelden:centre (up)on • zich concentreren opII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 median
adj. zwaartepunt, middelst--------n. midden-, middel-; mediaanmedian1[ mie:diən] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————median21 middel- ⇒ midden-, middelst♦voorbeelden: -
6 brunt
n. volle stoot; zwaarte1 eerste/volle stoot ⇒ zwaartepunt, toppunt♦voorbeelden:bear the brunt of an attack • het bij een aanval het zwaarst te verduren hebben -
7 centre of attraction
-
8 centre of mass
-
9 gravity
-
10 mass
n. katholieke gebedsdienstenmass1[ mæs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 massa ⇒ hoop, menigte♦voorbeelden:in the mass • in massa/totaala mass of • één en althe masses • de massa3 High/Low mass • hoogmis/stille missay mass • de mis lezen————————mass2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:mass troops • troepen concentreren -
11 median point
-
12 weight
n. weegschaal; gewicht; gewicht(en), gewicht(jes) (om mee te wegen); vracht; een zware vracht (figuratief gesproken); belang; invloed; zwaartepunt--------v. bezwaren, belasten, zwaarder makenweight1[ weet]♦voorbeelden:his departure is a weight off my mind • zijn vertrek is een pak van mijn hart1 gewicht ⇒ gewichtsklasse, zwaarte3 grootste deel, hoofddeel ⇒ grootste nadruk♦voorbeelden:1 lose weight • afvallen, vermagerenput on weight • aankomen, zwaarder wordenover weight • te zwaarunder weight • te lichtwhat's your weight? • wat is jouw gewicht?of great weight • van groot belang/gewichtworth one's weight in gold • zijn gewicht in goud waard3 the weight of evidence is against them • het grootste gedeelte van het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel¶ carry weight • gewicht in de schaal leggen, van belang zijngive weight to • versterken, extra bewijs leveren voorlay weight on something • iets benadrukkenthrow one's weight about/around • zich laten gelden, gewichtig doen————————weight2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 weighted down with many parcels • beladen met/gebukt onder veel pakjes -
13 gravamen
n. grief; memorie v. grieven; zwaartepunt -
14 metacenter
n. Zwaartepunt (van drijvend lichaam) -
15 metacentric
adj. van zwaartepunt (bij drijvend lichaam) -
16 centre of gravity
massazwaartepuntzwaartepunt
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский