-
21 kans
♦voorbeelden:de kans is groot dat … • il y a toutes les chances que … 〈+ aanvoegende wijs〉er is een klein kansje dat … • il y a une petite chance que … 〈+ aanvoegende wijs〉een opgelegde kans • une occasion magnifiquede kansen keren • la chance tournede kans krijgen te … • avoir l'occasion de …de kans niet krijgen te … • ne pas avoir la possibilité de …de kans lopen • courir le risque (de)ik zie er geen kans toe • 〈 mogelijkheid〉 je pense que ce n'est pas faisable; 〈 gelegenheid〉 je ne peux pas (le faire)kans zien om • trouver moyen deje hebt alle kans dat … • neuf chances sur dix que …er is kans op regen • il risque de pleuvoirdaar is geen kans op • il n'y a pas la moindre chanceeen tweede kans krijgen • avoir une seconde chanceweinig kans! • peu probable!grijp je kans! • tentez votre chance!de kans is verkeken • l'occasion est perduegeen schijn van kans • pas l'ombre d'une chance -
22 kerel
1 [forse man] (grand, solide) gaillard 〈m.〉♦voorbeelden:een kerel van stavast • un type résolueen kerel van een vent • un balèzewees een kerel • montre-leur (lui) que tu es un hommeeen dronken kerel • un soulardeen ongure kerel • un individu louchesmijt die kerels het café uit • qu'on me flanque ces types-là à la portekerel, wat zie je er goed uit • tu as bonne mine, mon vieux→ link=boom boom -
23 nergens
1 [op, in geen plaats] nulle part2 [niets] rien♦voorbeelden:hij, zij kan nergens meer terecht • toutes les portes lui sont ferméesik zie hem nergens • je ne le vois nulle partnergens anders dan • nulle part ailleurs quedat dient nergens toe • cela ne sert à riendat slaat nergens op • cela ne rime à rien -
24 noodzaak
♦voorbeelden:ik zie de noodzaak daarvan niet in • je n'en vois pas la nécessitéiets uit noodzaak doen • faire qc. par nécessitézonder noodzaak • sans nécessité -
25 nut
♦voorbeelden:ik zie er het nut niet van in • je n'en vois pas l'intérêtzich iets ten nutte maken • profiter de qc.als ik u ergens mee van nut kan zijn • si je peux vous être de quelque utilité -
26 ommezijde
-
27 pest
♦voorbeelden:dat is nou juist de pest! • c'est bien là le hic!de pest aan iemand hebben • ne pas pouvoir blairer qn.de pest aan iets hebben • avoir qc. en horreurhij heeft er de pest over in • ça le fait râlerik snap er geen pest van • je n'y comprends que dalleik zie geen pest • je n'y vois que dalleik vind er geen pest aan! • c'est la barbe!iemand mijden als de pest • fuir qn. comme la pesteiets haten als de pest • haïr qc. comme la pestezo lui als de pest zijn • être tire-au-flanc -
28 puntje
♦voorbeelden:¶ ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • ton nez remue, tu menshet ligt op het puntje van mijn tong • je l'ai sur le bout de la languede puntjes op de i zetten • mettre les points sur les itot in de puntjes verzorgd • 〈m.b.t. uiterlijk〉 tiré à quatre épingles; 〈 tot in de bijzonderheden〉 soigné jusque dans les moindres détailsiets tot in de puntjes kennen • connaître qc. sur le bout des doigtspuntje, puntje, puntje • points de suspension -
29 toezien
1 [toekijken] regarder2 [toezicht, opzicht houden] surveiller (qc.)3 [op zijn hoede zijn] prendre garde (à)♦voorbeelden:aandachtig toezien • regarder attentivementmachteloos toezien • être impuissant (devant qc.) -
30 voordeel
♦voorbeelden:voordeeltjes behalen • faire de la grattezijn voordeel met iets doen • faire son profit de qc.voordeel hebben bij • avoir avantage àvoordeel trekken uit iets • tirer profit de qc.ik zie daar geen voordeel in • je n'y vois aucun intérêthij is in zijn voordeel veranderd • il a changé à son avantagede tijd werkt in ons voordeel • le temps travaille pour nousten voordele van • au profit dede voor- en nadelen afwegen • peser le pour et le contreop voordeel staan • avoir l'avantage -
31 weldoen
1 faire le bien, la charité♦voorbeelden: -
32 winters
♦voorbeelden:wat zie jij er winters uit! • tu es habillé comme en hiver!
Страницы
- 1
- 2