-
1 bemoeien
〈wederkerend werkwoord; zich bemoeien〉1 [m.b.t. iets waar men niets mee te maken heeft] se mêler de2 [m.b.t. het in orde maken van iets; ook m.b.t. personen] s'occuper de♦voorbeelden:1 bemoei je niet overal mee! • mêle-toi de tes affaires!waar bemoei je je mee? • de quoi te mêles-tu?2 wilt u zich met deze kwestie bemoeien? • voulez-vous vous charger de cette question?ze bemoeit zich met niemand • elle se tient à l'écart de tout -
2 zich met andermans zaken bemoeien
zich met andermans zaken bemoeienDeens-Russisch woordenboek > zich met andermans zaken bemoeien
-
3 zich met iemand anders aangelegenheden bemoeien
zich met iemand anders aangelegenheden bemoeiense mêler des affaires de qn. d'autreDeens-Russisch woordenboek > zich met iemand anders aangelegenheden bemoeien
-
4 hij moest zich er natuurlijk weer mee bemoeien
hij moest zich er natuurlijk weer mee bemoeienDeens-Russisch woordenboek > hij moest zich er natuurlijk weer mee bemoeien
-
5 wilt u zich met deze kwestie bemoeien?
wilt u zich met deze kwestie bemoeien?voulez-vous vous charger de cette question?Deens-Russisch woordenboek > wilt u zich met deze kwestie bemoeien?
-
6 inlaten
1 [binnenlaten] faire entrer2 [verzinken] noyer (un clou etc.)II 〈wederkerend werkwoord; zich inlaten〉♦voorbeelden:zich met een gevaarlijke zaak inlaten • s'aventurer dans une affaire dangereuse -
7 ingrijpen
1 [zich bemoeien met; optreden] intervenir2 [techniek] s'engrener♦voorbeelden:ingrijpen in de verhouding tussen vraag en aanbod • intervenir dans le rapport entre l'offre et la demande -
8 moeten
I 〈 hulpwerkwoord〉1 [algemeen] devoir2 [willen] vouloir♦voorbeelden:hij wist niet meer waar hij moest blijven • il ne savait plus où se mettredat moet je nog eens doen (als je durft)! • recommence (si tu oses)!zij moet vroeger een mooi meisje geweest zijn • elle a dû être (une) jolie fille dans le tempsdat moet gezegd (worden) • il faut le diremoet je eens horen • écoute(-moi ça)hij moest wel lachen • il ne pouvait pas s'empêcher de rirehet moest niet mogen • ça ne devrait pas existerdat moet je zo uitspreken • cela se prononce comme çahij moet zich (haast wel) vergist hebben • il a dû se tromperdat had je moeten zien! • tu aurais dû voir ça!het moet al heel slecht weer zijn, wil hij thuis blijven • il faut vraiment qu'il fasse très mauvais pour qu'il reste à la maisonhet heeft zo moeten zijn • ça devait arrivermoest (je) dat nou (doen)? • est-ce que c'était vraiment nécessaire (de faire ça)?het moet • il le faut〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 hoeveel moet ik u? • je vous dois combien?wat moet, dat moet maar • il faut ce qu'il fautzo moet (je) het niet (doen) • ce n'est pas comme cela qu'il faut faireik moet nodig • ça presseweg moeten • devoir partiralles moet weg • tout doit partiraan een bril moeten • devoir porter des lunetteseen heilig moeten • un devoir sacro-saintals het moet • s'il le faut2 moeten jullie niet eten? • n'alliez-vous pas manger?ik moest gapen van die film • ce film m'a fait bâillerhij moest en zou het hebben • il le lui fallait coûte que coûtewat moet je? • qu'est-ce que tu veux?wat moet dat? • qu'est-ce que c'est que ça?ze moet er even uit • elle a besoin de changer d'airwaar moet je heen (gaan)? • où est-ce que tu vas?¶ moest ik ziek worden, … • si je tombais malade, …II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [mogen, believen] vouloir (qc. de qn.)♦voorbeelden: -
9 aangelegenheid
♦voorbeelden:1 zich met iemand anders aangelegenheden bemoeien • se mêler des affaires de qn. d'autre -
10 anderman
1 autrui♦voorbeelden: -
11 bedillen
См. также в других словарях:
bemoeien / zich — bumuy … Woordenlijst Sranan