-
1 zeelui
-
2 zeelui
-
3 het zijn rasechte zeelui
het zijn rasechte zeelui -
4 het zijn rasechte zeelui
het zijn rasechte zeeluiVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zijn rasechte zeelui
-
5 моряки
ngener. scheepsvolk, zeelieden, zeelui, zeevolk -
6 plunjezak
-
7 rasecht
2 [geboren] vrai♦voorbeelden: -
8 zeelieden
-
9 rasecht
2 [geboren] (true) born♦voorbeelden: -
10 schip
1 [boot] ship ⇒ 〈 voornamelijk voor op zee〉 vessel, 〈 voor binnenvaart〉 barge, 〈 voornamelijk door niet-zeelui gebruikt〉 boat2 [bouwkunst] nave♦voorbeelden:een schip van 30.000 ton • a ship of 30,000 tons〈 figuurlijk〉 het zinkende schip verlaten • leave the sinking ship, cut one's losseseen schip vlot trekken • float a ship〈 figuurlijk〉 in het schip zitten • be in trouble/a mess〈 figuurlijk〉 voor een paar ton het schip in gaan • make a loss of several hundred thousand guildersop een schip varen • be a sailor, serve on a shipper schip • by ship/boat
См. также в других словарях:
Seeleute — sind gleich reich. Holl.: De zeelui zijn even rijk. (Harrebomée, II, 495b.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon