-
1 pommel
n. degenknop; zadelknop; beuken,(bont en blauw) slaan--------v. degenknop; zadelknop; beuken, (bont en blauw)slaanpommel1[ puml] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————pommel2〈werkwoord; pommelled〉 -
2 horn
n. hoorn; toeter--------v. stoten[ ho:n]♦voorbeelden:blow one's own horn • zijn eigen loftrompet steken→ English English/
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский