-
1 fit of spite
woedeaanval -
2 tantrum
n. woedeaanval[ tæntrəm]♦voorbeelden: -
3 temper
n. humeur, slecht humeur--------v. temperen, matigen; verzachten; doen bedaren; mengen; aanmakentemper1[ tempə]2 kwade/slechte bui♦voorbeelden:1 be in a bad temper • in een slecht humeur zijn, de pest in hebben1 temperament ⇒ geaardheid, natuur2 opvliegendheid ⇒ opvliegend karakter, drift(igheid)♦voorbeelden:♦voorbeelden:lose one's temper • zijn kalmte verliezen〈 formeel〉 out of temper with • boos/woedend op————————temper2〈 werkwoord〉2 temperen ⇒ matigen, intomen -
4 fly/get into a temper
fly/get into a temper -
5 paddy
n. rijst; woede[ pædie] 〈meervoud: paddies〉 -
6 paroxysm of anger
-
7 paroxysm
n. plotselinge aanval[ pærəksizm]1 (gevoels)uitbarsting ⇒ uitval, aanval♦voorbeelden:paroxysm of laughter • hevige lachbui -
8 passion
n. begeerte; enthousiasme; boosheid; lust[ pæsjn]1 passie ⇒ (hartstochtelijke) liefde; zwak; enthousiasme♦voorbeelden:fly into a passion • in woede uitbarsten -
9 conniption
n. woedeaanval, hysterieaanval -
10 make a big stink
herrie schoppen, zich erg opwinden, een woedeaanval krijgen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский