-
1 winter sleep
winterslaap (slaapperiode in winter van dieren en planten) -
2 hibernate
v. houden van een winterslaap[ hajbəneet] 〈zelfstandig naamwoord: hibernation〉 -
3 dormant
-
4 sleep
n. slaap; coma--------v. slapen; uitrusten; liggen (- met)sleep1[ slie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to sleep • gaan slapen, in slaap vallenmy foot has gone to sleep • mijn voet slaaptnot lose sleep over something • niet wakker liggen van ietssend to sleep • in slaap doen vallenhave a good sleep • goed slapen————————sleep2♦voorbeelden:sleep late • uitslapensleep on • doorslapensleep out • buitenshuis/in de open lucht slapensleep on/over something • een nachtje over iets slapensleep together • met elkaar naar bed gaansleep with someone • met iemand naar bed gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:sleep off one's hangover • zijn roes uitslapen -
5 torpid
adj. loom, traag[ to:pid] 〈 torpidness〉 -
6 hibernation
n. winterslaap -
7 hibernator
n. Slaapt een winterslaap
См. также в других словарях:
Gooijer — Ruth de Gooijer (* 7. Februar 1953 in Utrecht/Niederlande; † 12. Februar 2008 in Zeist/Niederlande) war eine niederländische Regisseurin, Dramaturgin und Theaterautorin. Sie führte Regie bei zahlreichen Stücken, darunter mehrere Uraufführungen,… … Deutsch Wikipedia
Ruth de Gooijer — (* 7. Februar 1953 in Utrecht/Niederlande; † 12. Februar 2008 in Zeist/Niederlande) war eine niederländische Regisseurin, Dramaturgin und Theaterautorin. Sie führte Regie bei zahlreichen Stücken, darunter mehrere Uraufführungen, so etwa bei… … Deutsch Wikipedia