-
1 projeter
projeter [prozĵtee]1 vooruitwerpen ⇒ werpen, wegslingeren4 van plan zijn ⇒ plannen, plannen maken voor♦voorbeelden:v1) werpen, wegslingeren2) projecteren, vertonen3) van plan zijn, plannen -
2 catapulter
catapulter [kaataapuultee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 l'automobiliste a été catapulté à deux mètres de sa voiture • de automobilist is twee meter uit zijn wagen geslingerdv1) afschieten, (weg)slingeren
См. также в других словарях:
Schinken — 1. Besser ein alter Schinken, denn unreif ⇨ Kalbfleisch(s.d.). – Braun, I, 3870. 2. Das heisst die Schinken verderben, sagte der Kerl, als er gerädert werden sollte. Holl.: Je zult mijne schonken en bonken in tweeën slaan, zei de mof, en hij werd … Deutsches Sprichwörter-Lexikon