-
1 weekeinde
-
2 weekeinde
сущ.общ. уикенд, выходные, нерабочее время с субботы до понедельника -
3 weekeinde
hetWochenende n -
4 weekeinde
n. weekend -
5 weekeinde
week-end -
6 weekeinde
wikènt -
7 alleen in het weekeinde geopend
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alleen in het weekeinde geopend
-
8 выходные
-
9 нерабочее время с субботы до понедельника
adjgener. weekeinde, weekendDutch-russian dictionary > нерабочее время с субботы до понедельника
-
10 уикенд
ngener. weekeinde -
11 alleen
♦voorbeelden:1 vrouw/man alleen • single man/womanhij is graag alleen • he likes to be alone/by himselfhet alleen klaarspelen • manage it alone/on one's ownalleen staan • be on one's ownhelemaal alleen • all/completely aloneeen kamer voor hem alleen • a room (all) to himselfik alleen wens u te spreken • I'm the only one who wants to talk to youalleen in het weekeinde geopend • only open at weekendsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:de gedachte alleen al • the mere/very thoughtzijn toezegging alleen al was genoeg • his promise was enough in itselfalleen al hierom • if only because of thisik wilde u alleen maar even spreken • I just wanted to talk to youal was het alleen maar om/omdat • if only for (the fact that)alleen maar aan zichzelf denken • only think of oneselfniet alleen … maar ook • not only … but also2 alleen al het feit dat … • the very/mere fact that … -
12 weekend
weekend, weekeinde1 weekend♦voorbeelden:prettig weekend! • have a nice weekendhet weekend overblijven • stay (over) the weekendhet weekend weggaan • go away for the weekendin het weekend • Bat/ Aon the weekend
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Французский