-
1 warm-blooded
-
2 hot-blooded
warmbloedig; opvliegend -
3 endotherm
n. endotherm, warmbloedigen, wezen dat uit zichzelf warmte ontwikkelt en wiens lichaamstemperatuur constant is (met kleine afwijking) en niet door de omgeving wordt beïnvloed -
4 hotblooded
-
5 warm
adj. warm; warm (van karakter), hartelijk; hard, gevaarlijk, "heet"; opgewonden; in brand staan--------v. verwarmen; opwarmen; opwinden; zich opwinden; aantrekken (zich tot iemand aangetrokken voelen)warm1[ wo:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 warmte♦voorbeelden:1 come in and have a warm! • kom binnen en warm je wat!the warm of his office • de warmte van zijn kantoor————————warm2〈bijvoeglijk naamwoord; warmness〉3 warmbloedig ⇒ hartstochtelijk, vurig♦voorbeelden:keep a place warm for someone • een plaats voor iemand openhoudenyou are getting warm/warmer • je brandt je!, warm! 〈 bij spel, bijvoorbeeld met betrekking tot verstopt voorwerp〉————————warm3♦voorbeelden:1 warm to something • geïnteresseerd raken in iets, de smaak te pakken krijgen van ietswarm to/toward(s) someone • iets gaan voelen voor iemand→ warm up warm up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ warm up warm up/ -
6 hemathermal
adj. warmbloedig -
7 hematothermal
adj. warmbloedig -
8 homeothermic
adj. homeothermisch (neigt tot bewaren van vaste lichaamswarmte, warmbloedig) -
9 homoiotherm
n. Warmbloedig -
10 homoiothermal
adj. warmbloedig -
11 homothermal
adj. Is warmbloedig -
12 homothermic
adj. warmbloedig -
13 homothermous
adj. warmbloedig
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский