-
81 opletten
1 [goed toezien] watch, take care2 [aandachtig luisteren] pay attention♦voorbeelden:let op wat er nu gebeurt • note/mark what happens nowlet maar eens op • mark my words, you mark me, wait and seegoed opletten • watch carefully, be attentive2 opgelet!, let op! • attention please!, take care! -
82 sint-juttemis
-
83 smart
1 [verdriet] sorrow, grief ⇒ pain♦voorbeelden:met smart vernemen • hear of something with regret〈 spreekwoord〉 gedeelde smart is halve smart • a trouble/sorrow shared is a trouble/sorrow halved2 met smart op iets/iemand wachten • wait anxiously for something/someone -
84 stilliggen
1 [rustig liggen] lie still/quiet2 [blijven liggen, uit de vaart zijn] rest, wait ⇒ lie to, 〈 aangemeerd〉 be moored, be at anchor, 〈 in haven〉 be in port, 〈voor reparatie e.d.〉 lie up3 [niet functioneren] lie/be idle♦voorbeelden: -
85 storm
1 [hevige wind] 〈 meteorologie, windkracht 7-10〉 gale; 〈 meteorologie, windkracht 11; stormachtig weer〉 storm2 [heftige emotie] storm♦voorbeelden:1 een vliegende storm • a violent storm/galede storm barstte/brak los • the storm broke/burstde storm ging liggen • the storm calmed down/died downwachten tot de storm voorbij is • wait out the storm2 een storm ontketenen/verwekken/doen losbarsten • raise/stir up/create a stormeen storm van verontwaardiging/kritiek/protesten • a storm of indignation/criticism/protest -
86 uitzitten
♦voorbeelden:1 het oude jaar uitzitten • sit out/see out the old year -
87 vinkentouw
-
88 vlug
♦voorbeelden:vlug ter been zijn • be quick on one's feetiemand te vlug af zijn • be too quick for someone2 vlugge vingers • quick/nimble fingershij is niet vlug met betalen • he's none too quick at paying billsiets vlug doornemen/bekijken • glance over/through somethingvlug iets eten • have a quick snackje moet er vlug bij zijn • you have to be quick/fast (if you want it)hé, niet zo vlug • wait a minute!hij was er al vlug bij • he was quick at everythingvlug in rekenen • quick at sums -
89 voorbij
voorbij1♦voorbeelden:voorbije tijden • bygone timesII 〈 bijwoord〉1 [voor iets/iemand langs] past, by2 [verder dan] beyond, past♦voorbeelden:het onweer trekt voorbij • the thunderstorm is blowing overje bent er al voorbij • you've already passed it————————voorbij2〈 voorzetsel〉1 [verder dan] beyond, past2 [langs] past♦voorbeelden:even voorbij het kruispunt • just beyond/past the intersection -
90 wacht eens even
wacht eens evenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wacht eens even
-
91 wacht eens
wacht eens -
92 wacht even
wacht evenwait a minute/moment -
93 wacht eventjes
wacht eventjes -
94 wacht maar jij!
wacht maar jij!(just) you wait!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wacht maar jij!
-
95 wacht tot de trein voorbij is
wacht tot de trein voorbij isVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wacht tot de trein voorbij is
-
96 wachten op een goede gelegenheid
wachten op een goede gelegenheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wachten op een goede gelegenheid
-
97 wachten tot de storm voorbij is
wachten tot de storm voorbij isVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wachten tot de storm voorbij is
-
98 wachten tot het laatste ogenblik
wachten tot het laatste ogenblikVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wachten tot het laatste ogenblik
-
99 wachten tot je een ons weegt
wachten tot je een ons weegtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wachten tot je een ons weegt
-
100 wachten tot sint-juttemis
wachten tot sint-juttemisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wachten tot sint-juttemis
См. также в других словарях:
wait — [wāt] vi. [ME waiten < NormFr waitier < Frank * wahten, to guard, akin to OHG wahta, a guard, watch: for IE base see WAKE1] 1. to stay in a place or remain in readiness or in anticipation (until something expected happens or for someone to… … English World dictionary
Wait — Wait, v. i. [imp. & p. p. {Waited}; p. pr. & vb. n. {Waiting}.] [OE. waiten, OF. waitier, gaitier, to watch, attend, F. guetter to watch, to wait for, fr. OHG. wahta a guard, watch, G. wacht, from OHG. wahh[=e]n to watch, be awake. [root]134. See … The Collaborative International Dictionary of English
Wait — or WAIT may refer to: * The act of waiting, see waiting (time) * wait (command), a computer shell command * wait (operating system), an operating system system call * Wait (musician), British town pipers * Wait (song), a song by The Beatles *… … Wikipedia
wait in — ˌwait ˈin [intransitive] [present tense I/you/we/they wait in he/she/it waits in present participle waiting in past tense … Useful english dictionary
WAIT — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Wait, attendre en anglais, abrégé en W8, peut être retrouver dans : Wait a Minute , divers albums musicaux, Wait for Sleep , une chanson de l… … Wikipédia en Français
Wait — Wait, v. t. 1. To stay for; to rest or remain stationary in expectation of; to await; as, to wait orders. [1913 Webster] Awed with these words, in camps they still abide, And wait with longing looks their promised guide. Dryden. [1913 Webster] 2 … The Collaborative International Dictionary of English
Wait — Wait, n. [OF. waite, guaite, gaite, F. guet watch, watching, guard, from OHG. wahta. See {Wait}, v. i.] [1913 Webster] 1. The act of waiting; a delay; a halt. [1913 Webster] There is a wait of three hours at the border Mexican town of El Paso. S … The Collaborative International Dictionary of English
Wait — (англ. ждать, подожди) может означать: В искусстве Wait одна из песен группы «Битлз» с альбома «Rubber Soul»; Wait песня и одноимённый сингл группы «Wang Chung». Wait песня и одноимённый сингл группы «White Lion» из альбома… … Википедия
wait — ► VERB 1) stay where one is or delay action until a particular time or event. 2) be delayed or deferred. 3) (wait on/upon) act as an attendant to. 4) act as a waiter or waitress. ► NOUN 1) a period of waiting. 2) … English terms dictionary
wait up — wait for me, wait until I catch up Danny, wait up. I want to talk to you … English idioms
wait on — (someone) to serve someone. She waited on customers all day at the department store. He sits there in front of the TV and expects me to wait on him! Related vocabulary: wait on someone hand and foot … New idioms dictionary