-
1 avancé
avance [aavãs]〈v.〉♦voorbeelden:1 une heure d'avance • een uur voorsprong, te vroegla belle avance! • wat schiet ik(, jij, hij enz.) daarmee op!prendre de l'avance • vooruitlopenà l'avance • van tevoren, vooraf, vooruitd' avance • van tevorenmerci d' avance • bij voorbaat dankêtre en avance • te vroeg zijnêtre en avance sur l'horaire • voor zijn op het tijdschemaêtre en avance d' une heure • een uur te vroeg zijnpar avance • van tevorenadj2) hoogontwikkeld, geavanceerd4) licht bedorven, overrijp5) vroegrijp -
2 enfant avancé pour son âge
enfant avancé pour son âgeDictionnaire français-néerlandais > enfant avancé pour son âge
-
3 enfant précoce
enfant précocevoorlijk, vroegrijp kind -
4 *hâtif
-
5 précoce
précoce [preekos]♦voorbeelden:¶ enfant précoce • voorlijk, vroegrijp kindmariage précoce • jong huwelijk
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский