-
1 absolve
-
2 acquit
v. ontheffen (v. verplichting); vrijspreken♦voorbeelden:¶ acquit oneself (ill/well) • zich (slecht/goed) van zijn taak kwijten -
3 exculpate
v. van blaam zuiveren, verontschuldigen, vrijpleiten[ ekskulpeet] 〈zelfstandig naamwoord: exculpation〉1 van blaam zuiveren ⇒ de onschuld erkennen/bewijzen van, vrijspreken♦voorbeelden: -
4 exonerate
-
5 absolve someone from guilt
absolve someone from guilt -
6 discharge
n. (het) lossen; uitlaat; vrijlating; schuld afbetalen; schot--------v. vracht lossen; uitwerpen, uitscheiden; bevrijden; verwijderen; sturen, wegsturen; schietendischarge1[ distsja:dzj]1 bewijs van kwijting/ontslag1 lossing ⇒ ontlading, het uitladen4 kwijting ⇒ aflossing, vervulling♦voorbeelden:a purulent discharge • een etterige afscheidingthe discharge of one's duties • het vervullen van zijn plicht————————discharge2[ distsja:dzj]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontladen ⇒ uitladen, lossen2 afvuren ⇒ afschieten, lossen4 wegsturen ⇒ ontslaan, ontheffen van; 〈 leger〉 pasporteren; 〈 juridisch〉 vrijspreken, in vrijheid stellen5 uitstorten ⇒ uitstoten, afgeven6 vervullen ⇒ voldoen, zich kwijten van♦voorbeelden:discharge the jury • de jury van zijn plichten ontslaandischarge a patient • een patiënt ontslaandischarge a sailor • een zeeman afmonsterendischarge someone from service • iemand uit de dienst ontslaandischarge oaths/screams • vloeken/kreten uitstotendischarge one's debts • zijn schulden voldoendischarge one's duties • zijn taak vervullen -
7 exculpate someone from a charge
exculpate someone from a charge -
8 purge someone from/of guilt
purge someone from/of guilt -
9 purge
n. zuiveren, verwijderen (ook in computers); (in computers) het wissen van bestanden van de harde schijf; (in computers) een bestand wissen zonder mogelijkheid deze terug te halen--------v. zuiveren, uitwissen; purgerenpurge1[ pə:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————purge2〈 werkwoord〉4 purgeren♦voorbeelden:1 purge metal • metaal louteren/zuiverenpurge someone from/of guilt • iemand van schuld vrijspreken -
10 vindicate
v. vrijspreken, gelijk geven[ vindikkeet] 〈zelfstandig naamwoord: vindication〉2 van verdenking/blaam zuiveren ⇒ rehabiliteren
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский