-
1 vrijmoedig
2 [vrij, niet beschroomd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 assuré ⇒ 〈m.b.t. gedrag〉 aisé 〈 bijwoord〉 avec assurance⇒ avec aisance♦voorbeelden:vrijmoedig spreken • s'exprimer avec aisanceik vond hem heel vrijmoedig • je lui ai trouvé beaucoup d'assurance -
2 vrijmoedig spreken
vrijmoedig spreken -
3 ik vond hem heel vrijmoedig
ik vond hem heel vrijmoedig
См. также в других словарях:
Douwe Sirtema van Grovestins — Curiocabinet of Catharina, wife of Douwe Sirtema van Grovestins Jonkheer[1]Douwe Sirtema van Grovestins (Leeuwarden, 1710–Brussels, February 26, 1778) was a Frisian courtier at the court of stadtholder William IV, Prince of Orange, and lat … Wikipedia
Juliana Cornelia de Lannoy — Portrait de Juliana Cornelia de Lannoy … Wikipédia en Français
Grund — 1. Alles hat seinen Grund, sagte Kropfliese, und machte sich einen spanischen Kragen um. 2. Auf dem Grunde sind die Hefen. Holl.: Op den grond van het vat vindt men de hef. (Harrebomée, I, 261.) 3. Auf eigenem Grunde baut man am besten. Holl.: Op … Deutsches Sprichwörter-Lexikon