-
1 отпускать
in vrijheid stellen, laten gaan, vrijlaten ; verkopen, leveren ; ter beschikking stellen -
2 отпустить
in vrijheid stellen, laten gaan, vrijlaten ; verkopen, leveren ; ter beschikking stellen -
3 пускать
laten gaan, vrijlaten ; binnenlaten, doorlaten ; in beweging brengen, in bedrijf nemen -
4 пустить
laten gaan, vrijlaten ; binnenlaten, doorlaten ; in beweging brengen, in bedrijf nemen -
5 выпустить на поруки
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > выпустить на поруки
-
6 освобождать
v1) gener. afhelpen, ontdoen, ontzetten, ruimen, verlossen, vrijgeven, bedanken (от должности), bevrijden, in vrijheid stellen (кого-л., из-под ареста), inruimen (место), kwijtschelden (от обязанности, наказания и т.п.), loskrijgen, loslaten, ontheffen, op vrije voeten stellen, opruimen (помещение), remitteren (от уплаты долга), vrijaf geven, vrijlaten, vrijmaken, vrijstellen (кого-л., от чего-л.), vrijvechten (с боем)2) law. (помещение) ontruimen, ontslaan -
7 отменять конфискацию
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > отменять конфискацию
-
8 отпускать на свободу
vgener. vrijlatenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > отпускать на свободу
-
9 снимать запрет
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский