-
1 Frieden
Frieden〈m.; Friedens, Frieden〉♦voorbeelden:Frieden schließen, stiften • vrede sluiten, stichtenden Frieden unterzeichnen • de vrede, het vredesverdrag ondertekenen〈 spreekwoord〉 Friede ernährt, Unfriede verzehrt • vrede gedijt, oorlog verslijtder Frieden der Natur • de rust, stilte van de natuur〈formeel; religie〉 Friede seiner Asche! • zijn as ruste in vrede!die Kinder geben, halten nicht eine Minute Frieden • de kinderen maken voortdurend ruzieich will nur meinen Frieden • ik wil met rust gelaten wordenlass mich in Frieden! • laat mij met rust!seinen Frieden mit jemandem machen • zich met iemand verzoenenich hatte keinen Frieden vor ihm • hij liet mij niet met rustin Ruhe und Frieden • in pais en vrede -
2 Friedensvertrag
-
3 den Frieden unterzeichnen
de vrede, het vredesverdrag ondertekenenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > den Frieden unterzeichnen
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский