-
1 anticipé
anticipé [ãtiesiepee]♦voorbeelden:avec mes remerciements anticipés • bij voorbaat mijn dank→ retraiteadjvervroegd, voortijdig -
2 prématuré
prématuré [preemaatuuree]1 voortijdig ⇒ voorbarig, ontijdig♦voorbeelden:1 un (enfant) prématuré • te vroeg geboren kind, couveusekindadjvoorbarig, te vroeg -
3 pré-
pré- [pree]1 voor- ⇒ pre-, voortijdig, voorlopig, vooraf -
4 précoce
précoce [preekos]♦voorbeelden:¶ enfant précoce • voorlijk, vroegrijp kindmariage précoce • jong huwelijk
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский