-
1 Bekleidung
-
2 Belag
Belag〈m.; Belag(e)s, Beläge〉 -
3 Einknöpffutter
-
4 Futter
Futter〈o.; Futters, Futter〉♦voorbeelden: -
5 Fütterung
-
6 Hetzrede
-
7 Rede
Rede〈v.; Rede, Reden〉1 rede(voering), toespraak♦voorbeelden:2 große Reden schwingen • grootspreken, opscheppenschmutzige Reden führen • vuile taal uitslaanjemandes ständige Rede • iemands stokpaardjenicht der Rede wert sein • niets te betekenen hebbenjemandem die Rede abschneiden • iemand het woord ontnemendie Rede wieder aufnehmen • de draad weer opnemenvergiss deine Rede nicht! • vergeet niet wat je wou zeggen!〈 informeel〉 das verschlug mir die Rede! • ik was sprakeloos!darauf wollte er die Rede bringen • daarover wilde hij pratender in Rede stehende Brief • de brief in kwestie〈 informeel〉 davon kann nicht die Rede sein! • geen sprake van!jemanden zur Rede stellen • iemand ter verantwoording roepenjemandem Rede und Antwort stehen • iemand rekenschap gevenRede und Gegenrede • woord en wederwoord3 es geht die Rede, dass … • het gerucht gaat, dat …gebundene Rede • gebonden stijl -
8 Unterfutter
-
9 Watte
Watte〈v.; Watte, Watten〉♦voorbeelden: -
10 ausreden
См. также в других словарях:
Chrysolopus spectabilis — Scientific classification Kingdom: Animalia Phylum … Wikipedia