-
1 влажный
vochtig -
2 damp
vochtig -
3 humid
vochtig -
4 moist
vochtig -
5 fuktig
vochtig -
6 сырой
vochtig, nat ; rauw, ongekookt ; ruw, onbewerkt -
7 host humid storage test
vochtig warme bewaarproefEnglish-Dutch technical dictionary > host humid storage test
-
8 to make moist
vochtig maken -
9 clammy
-
10 dampen
v. vochtig maken, bevochtigen, nat maken; vochtig worden; temperen, verminderen, afzwakken, afraden, afstompen; geluidsdicht maken[ dæmpən]2 temperen ⇒ doen bekoelen, ontmoedigen -
11 moist
adj. vochtig, vochthoudend, nat♦voorbeelden: -
12 wet
adj. nat; vochtig; regenachtig; dronkaard (i.d. spreektaal); voor verkoop van sterke drank (i. Amerika)--------n. nat, vochtig; regenachtig; niet "drooggelegd" (voor alcoholgebruik); saai, sullig; gematigd (conservatief); (pas) geverfd--------n. voorstander van vrije drankverkoop--------v. huilen; tranen laten lopen; vloeien; wenenwet1[ wet] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————wet2〈bijvoeglijk naamwoord; wetter; wetness〉♦voorbeelden:1 wet paint • nat, pas geverfdwet season • regentijdwet through, wringing wet • kletsnat, helemaal doorweekt3 oh no, not him, he's such a wet person • o nee, die niet, dat is zo'n eiput/throw a wet blanket on • een domper zetten opwet dream • natte droomhe's still wet behind the ears • hij is nog niet droog achter de orenget one's feet wet • zich met een zaak inlaten〈 informeel〉 feel like a wet rag • zich voelen als een dweil/vaatdoek————————wet3〈werkwoord; wetted; Brits-Engels in betekenis 0.2 wet, wet〉2 plassen in/op 〈bed e.d.〉♦voorbeelden: -
13 damp
adj. vochtig--------n. vocht; nattigheid--------v. bevochtigen; invochten; onderdrukkendamp1[ dæmp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ cast/strike a damp over/into • een domper zetten op, een schaduw werpen over————————damp2〈bijvoeglijk naamwoord; dampness〉1 vochtig ⇒ nattig, klam♦voorbeelden:¶ damp squib • sof, fiasco————————damp3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:damp down someone's enthusiasm • iemands enthousiasme temperen -
14 dank
adj. dompig, klam, vochtig♦voorbeelden: -
15 dewy
-
16 humid
-
17 moisten
-
18 humide
-
19 moite
-
20 mouiller
mouiller [moejee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nat maken ⇒ bevochtigen, invochten♦voorbeelden:→ ancre2 betrokken raken (bij) ⇒ in opspraak komen, zich compromitterenv2) 'm knijpen3) geil worden4) nat maken, bevochtigen5) aanlengen
См. также в других словарях:
vochtig — foktu … Woordenlijst Sranan
Flugplatz Blomberg-Borkhausen — BW … Deutsch Wikipedia
footle — (v.) to trifle, 1892, from dialectal footer to trifle, footy mean, paltry (1752), perhaps from Fr. se foutre to care nothing, from O.Fr. foutre to fuck, from L. futuere, originally to strike, thrust (Cf. confute). But OED derives the English… … Etymology dictionary