-
1 ingéniosité
ingéniosité [ẽzĵeenjoozietee]〈v.〉1 vernuft(igheid) ⇒ vindingrijkheid, handigheidfvernuft, vindingrijkheid, handigheid -
2 invention
invention [ẽvãsjõ]〈v.〉2 (het) uitvinden ⇒ (het) ontdekken, vindingrijkheid3 verzinsel ⇒ bedenksel, gefantaseer♦voorbeelden:1 une belle invention! • wat een goede vondst!manquer d'invention, être à court d'invention • geen inspiratie of fantasie hebben→ brevetf1) uitvinding3) verzinsel -
3 créativité
-
4 faculté
faculté [faakuultee]〈v.〉♦voorbeelden:la Faculté • de medische faculteit, de geneeskundefaculté d'inventer • vindingrijkheidil ne jouit plus de toutes ses facultés • hij is niet meer in het volle bezit van zijn geestelijke vermogensf1) faculteit2) mogelijkheid, recht3) vermogen, gave -
5 prodige
prodige [proddiezĵ]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:un prodige d'ingéniosité • een staaltje van vindingrijkheidtenir du prodige • aan het wonderbaarlijke grenzenm -
6 faculté d'inventer
faculté d'inventer -
7 inventivité
-
8 un prodige d'ingéniosité
un prodige d'ingéniositéDictionnaire français-néerlandais > un prodige d'ingéniosité
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский