-
1 vijandschap
enemistatDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > vijandschap
-
2 holding a grudge
vijandschap voelen tegen iemand -
3 enmity
n. vijandschap, haatgevoel[ enmətie] 〈meervoud: enmities〉1 vijandschap ⇒ haat(gevoel), onmin♦voorbeelden: -
4 animus
-
5 circle of hostility
cirkel van vijandschap (jarenlange vijandschap) -
6 antagonisme
antagonisme [ãtaagonniesm]〈m.〉1 tegenstelling ⇒ vijandschap, rivaliteitmantagonisme, vijandschap, rivaliteit -
7 Feindschaft
Feindschaft〈v.; Feindschaft, Feindschaften〉1 vijandschap ⇒ haat, vijandige gezindheid♦voorbeelden: -
8 вражда
ngener. oorlog, rancune, (длительная) vete, vijandschap -
9 animosity
n. wrok; vijandschap[ ænimmossətie] 〈meervoud: animosities〉1 animositeit ⇒ vijandigheid; haat, wrok -
10 antagonism
n. antagonisme; tegenstelling[ æntægənizm]1 antagonisme ⇒ strijd, vijandschap♦voorbeelden:1 there is strong antagonism between those two leaders • de twee leiders zijn het grondig met elkaar oneens -
11 be at enmity with
be at enmity with -
12 blood feud
-
13 blood
n. bloed; vijandschap, haat--------v. aderlatenblood1[ blud] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bloed2 temperament ⇒ aard, hartstocht3 bloedverwantschap ⇒ afstamming, afkomst♦voorbeelden:have blood on one's hands • bloed aan zijn handen hebben klevenin cold blood • in koelen bloedeinfuse new blood into a firm • een firma nieuw leven inblazenget someone's blood up • iemand razend makenit makes your blood boil • het maakt je razendlet blood • aderlatenneedless shedding of blood • nodeloos bloedvergietenbe out for someone's blood • iemands bloed willen zienof the blood (royal) • van adellijken/koninklijken bloede/huizebring in fresh blood • vreemd/vers bloed inbrengenbe/run in one's blood • in het bloed zitten¶ taste blood • succes proeven/ruiken————————blood2〈 werkwoord〉1 de vuurdoop laten ondergaan ⇒ laten kennismaken met, inwijden -
14 odium
-
15 spite
n. slechtheid, gemeenheid; moedwil; wrok, vijandschap; slecht doen--------v. treiteren, pestenspite1[ spajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:in spite of oneself • of men wil of niet————————spite2〈 werkwoord〉 -
16 balefulness
n. vijandschap -
17 bearing a grudge
een wrok koesteren (vijandschap koesteren, wraakgevoelens) -
18 eternal enmity
eeuwige vijandschap -
19 inimitié
-
20 enemistat
animositeit [F], vijandigheid [F], vijandschap [F]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > enemistat
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Schuld (Zahlungspflicht) — 1. Alle Schulden muss man bezahlen. – Graf, 236, 90. Mhd.: Alle scult mut man wol gelden. (Homeyer, Sachsenspiegel, I, 65.) 2. Allererst die Schulden, dann die Almosen. – Graf, 221, 267. Erst wenn aus dem Nachlass des Verstorbenen die Schulden… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon