-
1 vijandelijkheid
-
2 vijandelijkheid
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vijandelijkheid
-
3 vijandelijkheid
deFeindlichkeit f -
4 vijandelijkheid
n. hostility, ill-will -
5 belligerency
-
6 malignancy
-
7 disarming
adj. ontwapenend, met vermogen om wantrouwen en vijandelijkheid opzij te leggen en vertrouwen te schenken -
8 Feindseligkeit
Feindseligkeit〈v.〉1 vijandigheid ⇒ vijandige houding, daad♦voorbeelden:die Feindseligkeiten eröffnen • de vijandelijkheden beginnen, openen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Французский