-
1 cow
n. koe, volwassen vrouwtjeskoe (wordt in veebedrijf gefokt voor melkproductie); volwassen vrouwtje van verschillende grote dieren (vrouwtjesolifant, vrouwtje van walvis)--------v. koeioneren, intimideren, bang makencow1[ kau] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ till the cows come home • tot je een ons weegt, eindeloos→ holy holy/————————cow2〈 werkwoord〉1 koeioneren ⇒ intimideren, bang maken -
2 fatty
adj. vettigfatty1[ fætie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: fatties; vaak Fatty〉 〈informeel; beledigend〉————————fatty2〈bijvoeglijk naamwoord; fattiness〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Butter — 1. An Butter ist noch niemand erworgt. (Schles.) – Schles. Provinzialblätter, 1862, S. 570. 2. Bödther waart egh begen un Aan. (Nordfries.) Butter wird nicht gebacken im Backofen. 3. Botter makt nen sachten (milden, sanften) Sinn. – Körte, 792.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon