-
1 удалить
verwijderen, wegsturen -
2 удалять
verwijderen, wegsturen -
3 устранить
verwijderen, opheffen, uit de weg ruimen -
4 устранять
verwijderen, opheffen, uit de weg ruimen -
5 удалить
-
6 вывести
brengen, voeren, terugtrekken ; verwijderen, vernietigen ; fokken, uitbroeden, kweken -
7 выводить
brengen, voeren, terugtrekken ; verwijderen, vernietigen ; fokken, uitbroeden, kweken -
8 убирать
wegnemen, wegbrengen, opbergen, verwijderen ; oogsten, de oogst binnenhalen ; opruimen, opmaken ; tooien, versieren -
9 убрать
wegnemen, wegbrengen, opbergen, verwijderen ; oogsten, de oogst binnenhalen ; opruimen, opmaken ; tooien, versieren -
10 удалиться
zich verwijderen, weggaan -
11 удаляться
zich verwijderen, weggaan -
12 уйти
weggaan, weglopen, vertrekken ; verlaten, zich verwijderen ; ontsnappen, ontgaan ; verlopen, verstrijken -
13 уходить
weggaan, weglopen, vertrekken ; verlaten, zich verwijderen ; ontsnappen, ontgaan ; verlopen, verstrijken -
14 направление движения в сторону, удаление
gener. ver- (pref) (íàïð., verdrijven èçãîíàòü; verwijderen óäàôàòü)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > направление движения в сторону, удаление
-
15 отдалять
vgener. vervreemden, verwijderen -
16 отдаляться
vgener. zich verwijderen -
17 отстранить
vgener. ontheffen(uit zijn functie), verwijderen -
18 удалять
vgener. afnemen, ontdoen, ruimen, verwijderen, wegmaken, wegwerken, afschuiven, wegcijferen -
19 удаляться
vgener. afdwalen, zich terugtrekken (куда-л.), zich verwijderen, aftrekken, afwandelen, retireren
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский