-
1 vainglory
-
2 arrogance
-
3 conceit
n. hoogmoedigheid[ kənsie:t]1 〈 literatuur〉vergezochte/(te) ver doorgevoerde vergelijking ⇒ gekunstelde beeldspraak/metafoor2 verwaandheid ⇒ ijdelheid, verbeelding♦voorbeelden: -
4 he reeks with conceit
he reeks with conceit -
5 ooze
n. modder, slik (op bodem van rivier); stroompje--------v. bubbelen; sijpelen; uitlekken (van informatie)ooze1[ oe:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 modder ⇒ slijk, drab————————ooze21 (binnen/door/in)sijpelen ⇒ doordringen, druipen, druppelen♦voorbeelden:1 ooze out of/from • sijpelen/lekken uitooze with • druipen/doortrokken zijn vanhis letter oozed with hatred • zijn brief zat vol hatelijke toespelingenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:they ooze self-importance • de verwaandheid druipt van hen af -
6 presumption
-
7 pride
n. trots; hoogmoed; eigenwaarde--------v. trots zijn op[ prajd]1 trots ⇒ verwaandheid, hoogmoed♦voorbeelden:have/take pride of place • nummer één zijntake (a) pride in • fier/trots zijn op -
8 reek
n. stank; damp, rook--------v. stinken; rooklucht; dat ruikt naar.... (maakt de indruk dat..)reek1[ rie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stank————————reek2〈 werkwoord〉2 roken ⇒ dampen, wasemen♦voorbeelden:he reeks with conceit • hij druipt van verwaandheid -
9 swollen head
eigendunk, verwaandheid -
10 swollen
-
11 they ooze self-importance
-
12 bumptiously
adv. verwaandheid -
13 coxcombry
n. verwaandheid, het zich als een ijdeltuit gedragen, het zich verwaand gedragen -
14 priggishness
n. verwaandheid, pedant zijn -
15 snootily
adv. verwaandheid, ingebeeldheid -
16 snootiness
n. verwaandheid, laatdunkendheid -
17 swellhead
adj. Opschepper, verwaand--------n. verwaandheid; grootheidswaanzin
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский