-
1 confidential
adj. geheim; in vertrouwen[ konfiddensjl] 〈zelfstandig naamwoord: confidentiality〉2 vertrouwens- ⇒ privé-, vertrouwd♦voorbeelden:confidential secretary • privésecretaris/esse -
2 fiduciary
adj. fiduciair: van vertrouwen--------n. beheerder, voogd, bewindvoerder (v. vermogen), bestuurder, commissaris (v. inrichting)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский