-
1 désarmer
désarmer [deezaarmee]2 schepen opleggen ⇒ schepen afdanken, onttakelen, aftuigen3 tot bedaren komen ⇒ tot rust komen, kalmer worden4 aflaten ⇒ opgeven, ophoudenII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 ontwapenen ⇒ vermurwen, vertederen, ontroeren♦voorbeelden:v1) ontwapenen2) afdanken [schip]4) aflaten5) demonteren6) ontladen [wapen]7) ontroeren -
2 apitoyer
apitoyer [aapietwaajee]1 medelijden opwekken bij ⇒ vertederen, vermurwen♦voorbeelden:apitoyer qn. sur qn., qc. • iemands medelijden opwekken m.b.t. iemand, iets -
3 attendrir
attendrir [aatãdrier]1 vertederen ⇒ (ont)roeren, medelijden opwekken bij2 〈 vlees〉zacht, mals maken♦voorbeelden:1 d'un air attendri • geroerd, vertederd1 vertederd, geroerd worden (door) ⇒ medelijden hebben (met)2 zacht, mals worden 〈 van vlees〉
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский