-
1 entwine
v. verstrengelen, vlechten, omwinden[ intwajn]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ineenstrengelen ⇒ vlechten, verstrengelen -
2 запутывать
vgener. verstrikken, verstrengelen, verwarren, verwikkelen -
3 переплетать, сплетать
vgener. verstrengelenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > переплетать, сплетать
-
4 intertwine
v. dooreengevlochten raken; in elkaar verstrengelen[ - twajn]1 zich in elkaar strengelen ⇒ dooreengevlochten raken/zijn, (met elkaar) verweven zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 entrelacer
-
6 verfilzen
verfilzen1 zich verstrengelen, ineengroeien -
7 verschlingen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский