-
1 vermeerderen
прибавить; возрасти* * *гл.общ. умножать, умножаться, увеличивать, увеличиваться -
2 увеличивать
-
3 увеличиваться
vgener. aanwassen, aanwinnen, meerderen, toenemen, aangroeien, groeien, oplopen, vermeerderen, vermenigvuldigen, zich vermenigvuldigen -
4 умножать
-
5 умножаться
vgener. vermeerderen, vermenigvuldigen, zich vermenigvuldigen, aangroeien, meerderen
См. также в других словарях:
Haufen — 1. Dem Hauffen soll man im vnrechten beginnen weichen, aber jhme sich nicht vergleichen. – Lehmann, 876, 15. Dän.: Viig den store hob. (Prov. dan., 293.) 2. Der grosse Haufen will nicht denken, man soll ihm (oder: er lässt sich) die Gedanken… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon