-
1 fer
fer [fer]〈m.〉1 ijzer3 degen♦voorbeelden:le fer de lance d'une armée • de stoottroepen van een legerfer à talons • hakbeschermerfer blanc • blikfer étamé • blikfer fondu • gietijzerfer laminé • walsijzerchaussures munies de fer(s) • beslagen schoenen〈 spreekwoord〉 il faut battre le fer pendant qu'il est chaud • men moet het ijzer smeden als het heet isfer à friser • krultangmarquer au fer rouge • brandmerkenfer à souder • soldeerbout〈 figuurlijk〉 de fer • sterk, strengune volonté de fer • een onverzettelijke wilskrachten fer • ijzerenfer à repasser • strijkboutpar fer et par air • per spoor en per vliegtuigmettre un fer à un cheval • een paard beslaanen fer à cheval • hoefijzervormigil y croit dur comme fer • hij gelooft er heilig in1. m1) ijzer2) degen3) hoefijzer2. fersm pl -
2 forceps
См. также в других словарях:
Jan Palfijn — (name sometimes spelled Jean Palfyn); (November 28, 1650 April 21, 1730) was a Belgian surgeon and obstetrician who was a native of Kortrijk, Flanders. He practiced medicine in Ypres and Paris, and in 1697 moved to Ghent, where he remained for… … Wikipedia