-
1 palsy
n. verlamming♦voorbeelden: -
2 paralysis
n. verlamming -
3 paraplegia
n. paraplegie (verlamming van beide benen, verlamming van onderste gedeelte van lichaam)[ pærəplie:dzjə] 〈 medicijnen, geneeskunde〉 -
4 paretic
adj. van verlamming, verlamming---------n. verlamd -
5 quadriplegia
n. quadriplegie (verlamming van vier ledematen; verlamming van het gehele lichaam onder de nek) -
6 cerebral palsy
-
7 cerebral
adj. van de hersenen, hersen-[ serribrəl]♦voorbeelden:cerebral death • hersendoodcerebral infarction • herseninfarctcerebral palsy • spastische verlamming -
8 infantile paralysis
polio (een besmettelijke bacterische ziekte die tot verlamming leidt) -
9 petrifaction
-
10 spastic
-
11 stroke of paralysis
-
12 stroke
n. slag; (zweep)slag; beroerte; zwemstrook; streling; penseel strook--------v. aaien, strelen, (glad)strijkenstroke1[ strook] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag ⇒ klap, stoot; donder/klok/hamer/zwem/hartslag3 haal ⇒ pennenstreek, streep♦voorbeelden:1 stroke of genius • geniale zet/vondstat a/one stroke • in één klapon the stroke of twelve • klokslag twaalf (uur), op slag van twaalven¶ stroke of (good) luck • buitenkansje, geluk(je)he has not done a stroke of work • hij heeft geen klap uitgevoerd→ different different/————————stroke2〈 werkwoord〉1 aaien ⇒ strelen, (glad)strijken3 (beheerst/bekeken) slaan/stoten 〈 bal〉 -
13 Clostridium botulinum
clostridium botilinum bacterie die zich in bedorven conservenvoedsel ontwikkelt en botulinum toxine veroorzaakt wat tot dodelijke verlamming kan leiden -
14 botulinum
n. botulinum toxine (geproduceerd in bedorven voedsel door clostridium botilinum bacterie en botulisme veroorzaakt en tot verlamming kan leiden, gebruikt in chemische bewapening en als behandeling in spastische spieren) -
15 botulinum toxin
botulinum toxine (geproduceerd in bedorven voedsel door clostridium botilinum bacterie en botulisme veroorzaakt en tot verlamming kan leiden, gebruikt in chemische bewapening en als behandeling in spastische spieren) -
16 catalepsy
n. verlamming, catalepsie -
17 cataplexy
n. kataplexie (verlamming door schrik) -
18 cycloplegia
n. verlamming van de accomodatie (in geneeskunde) -
19 cycloplegic
adj. verlamming van de accommodatie (in geneeskunde) -
20 diplegia
n. verlamming van de onderste ledematen
- 1
- 2