-
1 dépensier
dépensier [deepãsjee],dépensière [deepãsjer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1. m 2. dépensier/-ièreadj1) verkwistend, kooplustig2) vrijgevig, gul (met) -
2 gaspilleur
gaspilleur [gaaspiejur],gaspilleuse [gaaspiejeuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 verspiller, -ster♦voorbeelden:= gaspilleuse; adj -
3 prodigue
-
4 dilapidateur
dilapidateur [dielaapiedaatur],dilapidatrice [dielaapiedaatries]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 verkwistend ⇒ verspillend, spilziek♦voorbeelden:1 un dilapidateur • verkwister, verspiller -
5 il est très gaspilleur
il est très gaspilleur
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский