-
1 verkorting
2 [taalkunde] contraction -
2 verkorting
n. shortening, abridgement, abridgment, abbreviation, curtailment, dockage -
3 verkorting
• abbreviation• reduction• shortening -
4 verkorting van de werktijden
verkorting van de werktijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verkorting van de werktijden
-
5 gemak
♦voorbeelden:zijn gemak (ervan) nemen • take things easyop zijn gemak gesteld zijn • be fond of/like one's comforts2 iemand op zijn gemak stellen • put/set someone at easeop zijn (dooie) gemak • at (one's) leisurezich op zijn gemak voelen • feel at easezich niet op zijn gemak voelen • feel ill at ease/awkward3 met (het grootste) gemak • with (the greatest of) ease; 〈 informeel〉 with one's eyes shut, standing on one's headmet gemak winnen • win easily; 〈 informeel〉 win hands down, have a walk-over; 〈 voornamelijk met betrekking tot paardenrennen〉 romp homevoor het gemak • for convenience's sake, to make matters/things easy/easier4 van alle (moderne) gemakken voorzien • fitted (out) with all modern conveniences; 〈 verkorting, in advertenties〉 with all mod cons -
6 pfeiffer
-
7 van alle (moderne) gemakken voorzien
van alle (moderne) gemakken voorzienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van alle (moderne) gemakken voorzien
-
8 waterstofbom
-
9 werktijd
♦voorbeelden:ongeregelde werktijden • irregular (working) hoursvariabele werktijden • flexible/staggered working hoursna werktijd • after hours
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский