-
21 iemand heilig verklaren
iemand heilig verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand heilig verklaren
-
22 iemand mondig verklaren
iemand mondig verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand mondig verklaren
-
23 iemand onschuldig verklaren
iemand onschuldig verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand onschuldig verklaren
-
24 iemand ontoerekeningsvatbaar verklaren
iemand ontoerekeningsvatbaar verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ontoerekeningsvatbaar verklaren
-
25 iemand toerekeningsvatbaar verklaren
iemand toerekeningsvatbaar verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand toerekeningsvatbaar verklaren
-
26 iemand tot onpersoon verklaren
iemand tot onpersoon verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand tot onpersoon verklaren
-
27 iemand van zijn ambten en waardigheden vervallen verklaren
relieve someone of his offices and honours/titlesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand van zijn ambten en waardigheden vervallen verklaren
-
28 iemand verminderd toerekeningsvatbaar verklaren
iemand verminderd toerekeningsvatbaar verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand verminderd toerekeningsvatbaar verklaren
-
29 iemand vogelvrij verklaren
iemand vogelvrij verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand vogelvrij verklaren
-
30 iemand zijn liefde verklaren
iemand zijn liefde verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand zijn liefde verklaren
-
31 iemands gedrag verklaren
iemands gedrag verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands gedrag verklaren
-
32 iets nietig verklaren
iets nietig verklarenannul, nullify, voidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets nietig verklaren
-
33 iets nietig/ongeldig verklaren
iets nietig/ongeldig verklarendeclare something void/invalidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets nietig/ongeldig verklaren
-
34 iets onder ede verklaren
iets onder ede verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets onder ede verklaren
-
35 iets taboe verklaren
iets taboe verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets taboe verklaren
-
36 met de hand op het hart iets verklaren
met de hand op het hart iets verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met de hand op het hart iets verklaren
-
37 nu rest mij nog te verklaren …
nu rest mij nog te verklaren …now it only remains for me to say …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nu rest mij nog te verklaren …
-
38 onbevoegd verklaren
onbevoegd verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onbevoegd verklaren
-
39 ongeldig verklaren
ongeldig verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ongeldig verklaren
-
40 publiekelijk verklaren dat
publiekelijk verklaren datVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > publiekelijk verklaren dat
См. также в других словарях:
Verklären — Verklären, verb. regul. act. klar machen. 1. Eigentlich, klar, helle, heiter machen, in welchem Verstande es doch nur noch zuweilen in der dichterischen Schreibart vorkommt. Den unwirthbaren Sitz Verklärt, doch selten nur, ein rother schneller… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
verklären — V. (Aufbaustufe) etw. einen beseligten Ausdruck geben Beispiele: Ein Lächeln hat ihr Gesicht verklärt. Als er sie sah, verklärten sich seine Augen. verklären V. (Aufbaustufe) etw. schöner oder glücklicher erscheinen lassen Synonyme: beschönigen,… … Extremes Deutsch
verklären — ↑idealisieren, ↑romantisieren … Das große Fremdwörterbuch
verklären — ↑ klar … Das Herkunftswörterbuch
verklären — 1. einen beseligten Ausdruck verleihen, erhellen, glücklich machen, leuchten lassen. 2. beschönigen, glorifizieren, hochstilisieren, schönen, schönfärben, überhöhen, verherrlichen; (geh.): vergolden; (bildungsspr.): idealisieren, romantisieren;… … Das Wörterbuch der Synonyme
verklaren — ver|kla|ren 〈V.; hat〉 I 〈V. tr.; nddt.〉 etwas verklaren erklären II 〈V. intr.〉 über einen Schiffsunfall unter Eid aussagen * * * ver|kla|ren <sw. V.; hat [mniederd. vorklaren] (nordd. ugs.): [mühsam] erklären, klarmachen: das muss man ihm erst … Universal-Lexikon
verklären — ver|klä|ren 〈V. tr.; hat〉 1. ins Überirdische erhöhen 2. 〈fig.〉 schöner, leuchtender, besser erscheinen lassen ● die Erinnerung verklärt das Vergangene; →a. verklärt * * * ver|kla|ren <sw. V.; hat [mniederd. vorklaren] (nordd. ugs.): [mühsam]… … Universal-Lexikon
verklären — ver·klä̲·ren; verklärte, hat verklärt; [Vt] 1 etwas verklärt etwas etwas gibt jemandes Gesicht einen glücklichen Ausdruck <ein verklärter Blick>; [Vr] 2 etwas verklärt sich etwas bekommt einen glücklichen Ausdruck <jemandes Blick,… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
verklaren — verklarenv jmetwverklaren=jmetwerklären,klarmachen.Nordwestdeutschseitdem19.Jh … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
verklaren — verklore … Kölsch Dialekt Lexikon
verklären — verklöre … Kölsch Dialekt Lexikon