-
1 verhaasten
-
2 verhaasten
-
3 verhaasten
-
4 verhaasten
v. hasten, accelerate, quicken, hurry, precipitate, expedite, anticipate, advance -
5 verhaasten
accélerer, accélérer, hâter, presser -
6 iemands dood verhaasten
iemands dood verhaastenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands dood verhaasten
-
7 торопить
v1) gener. aanjagen, bespoedigen, drijven, haasten, jachten, jakkeren, presseren, verhaasten2) liter. aandrijven, jagen -
8 ускорять
vgener. bevorderen (развитие), versnellen, vervroegen, bespoedigen, vaart achter (iets) zetten, verhaasten
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский