-
1 comparable
comparable (à) [kõpaaraabl]adj -
2 équivalent
équivalent (à) [eekievaalã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 gelijkwaardig (aan) ⇒ vergelijkbaar (met), overeenkomstig (met), synoniem (met)♦voorbeelden:1 un équivalent • equivalent, tegenwaarde1. m 2. adj1) gelijkwaardig (aan), overeenkomstig (met) -
3 assimilable
assimilable [aasiemielaabl]♦voorbeelden: -
4 assimilé
assimilé [aasiemielee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:2 les fonctionnaires et les assimilés • ambtenaren en daarmee gelijkgestelden, ambtenaren en trendvolgers -
5 commensurable
-
6 inassimilable
inassimilable [ienaasiemielaabl]
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский