-
1 blooming
-
2 damnation
n. verdoeming, verdoemenis[ dæmneesjn]1 verdoeming ⇒ verdoemenis, vervloeking♦voorbeelden:¶ damnation! • allejezus!, verdomme! -
3 damned
adj. vervloekt; bevloekt--------n. verdomddamned1[ dæmd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 verdoemd ⇒ vervloekt, gedoemd♦voorbeelden:2 isn't that the damnedest thing you've ever heard/seen? • dat is toch wel het toppunt!I'll see you damned first! • over mijn lijk!————————damned21 donders ⇒ godvergeten, verdomd♦voorbeelden:you can damned well do it on your own • je kan het om de dooie dood wel alleen afyou know damned well … • je weet donders goed … -
4 reprobate
v. verwerpen, verdoemen[ reprəbeet] -
5 suffer eternal damnation
-
6 be foredoomed
van tevoren verdoemd -
7 foredoomed
adj. voorbeschikt, verdoemd -
8 predoom
v. van tevoren verdoemd zijn; van tevoren berechten -
9 was doomed to
was verdoemd tot
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский