-
1 vastknopen
1 [knopend vastmaken] boutonner2 [met een knoop verbinden] nouer3 [d.m.v. een touw vastmaken] attacher avec une corde4 [figuurlijk][verbinden] relier♦voorbeelden: -
2 vastknopen
-
3 vastknopen
застегнуть; завязать* * *гл.общ. застёгивать, привязывать, связывать -
4 vastknopen
v. knot, fasten with buttons -
5 vastknopen
• to tie -
6 er een dagje aan vastknopen
er een dagje aan vastknopen -
7 ik kan er geen touw aan vastknopen
ik kan er geen touw aan vastknopenDeens-Russisch woordenboek > ik kan er geen touw aan vastknopen
-
8 er een dagje aan vastknopen
er een dagje aan vastknopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er een dagje aan vastknopen
-
9 ik kan er geen touw aan vastknopen
ik kan er geen touw aan vastknopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik kan er geen touw aan vastknopen
-
10 застёгивать
vgener. knopen (на пуговицы), aanknopen, omhaken (ни крючки), toegespen (пряжкой), toemaken, vastgespen, vastknopen -
11 привязывать
v1) gener. aanbinden, aanknopen, aanlassen, boeien, vastleggen, aaneenknopen, aanhechten, aansnoeren, binden, tuieren (к колышку пасущееся животное), vastbinden, vastknopen -
12 связывать
v1) gener. samenstrengelen, binden, knevelen, koppelen, samenbinden, strengelen, stuiken (в пучки, снопы и т.п.), voegen, aaneenknopen, aaneenvoegen, ineenyoegen, samenvoegen, schakelen, vastknopen, verbinden2) eng. lassen -
13 aanknopen
-
14 touw
♦voorbeelden:een eind touw • un bout de cordeeen touw slaan om iets • nouer une corde autour de qc.touwtje springen • sauter à la cordedaar is geen touw aan vast te knopen • cela n'a ni queue ni têteik kan er geen touw aan vastknopen • je n'y comprends rien¶ de bal ging in de touwen • la balle, le ballon alla dans le filetvoortdurend in touw zijn • être toujours sur la brècheiets op (het) touw zetten • mettre qc. sur piedvlug een picknick op touw zetten • improviser un pique-nique -
15 aanknopen
1 [aansluiten] tie in/link up (with) ⇒ continue♦voorbeelden:1 aanknopen bij het reeds eerder behandelde • link up/tie in with what has gone beforeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vastknopen] tie up/together2 [beginnen met] enter into♦voorbeelden:onderhandelingen aanknopen met • enter into negotiations with -
16 touw
3 [weefgetouw] loom♦voorbeelden:iets met (een) touw(en) vastbinden/dichtbinden • tie something (up)¶ in touw zijn • be in harness, be hard at it/busyiets op touw zetten • plan/start something; launch/mount something 〈 campagne〉
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский