-
1 vasthaken
♦voorbeelden: -
2 vasthaken
-
3 vasthaken
[kledingstuk]zuhaken -
4 vasthaken
v. hook, hitch, fasten -
5 vasthaken
• to attach• to get caught• to hook -
6 vasthaken
1) lås2) knäppe -
7 vasthaken
aborder, accrocher, agrafer, monter à l'abordage, sauter à l'abordage -
8 haar jurk bleef in de struiken vasthaken
haar jurk bleef in de struiken vasthakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > haar jurk bleef in de struiken vasthaken
См. также в других словарях:
vasthaken — aka … Woordenlijst Sranan