-
1 vastbakken
1 attacher♦voorbeelden:hij zit vastgebakken aan zijn vooroordelen • il est enraciné dans ses préjugés -
2 vastbakken
1 [aanbakken] stick (to)2 [figuurlijk] be stuck on♦voorbeelden:2 vastgebakken zitten aan • be stuck/hooked on -
3 vastbakken
гл.общ. припекаться, спекаться -
4 vastbakken
• to cake -
5 to cake
vastbakken -
6 vastkoeken
→ link=vastbakken vastbakken -
7 припекаться
vgener. aanbakken, aanzetten, vastbakken -
8 спекаться
vgener. vastbakken -
9 припекаться
vgener. aanbakken, aanzetten, vastbakken -
10 спекаться
vgener. vastbakken -
11 anbacken
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский