-
61 boodschappendienst
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > boodschappendienst
-
62 braaf
♦voorbeelden: -
63 brigade
-
64 bui
2 [humeur] mood♦voorbeelden:schuilen voor een bui • take shelter from a stormhier en daar een bui • scattered showerseen energieke bui • a burst of energyeen kwade/goede bui hebben • be in a bad/good mood -
65 casco
-
66 cognossement
-
67 commissaris
2 [toezichthouder op de directie] commissioner3 [actief bestuurslid] official, officer♦voorbeelden:1 commissaris van de Koningin • (Royal) Commissioner, governor; ±BLord Lieutenant/ ±AGovernorcommissaris van politie • BChief Constable, Chief of Police, police commissioner -
68 coulisse
♦voorbeelden: -
69 curie
curie〈rooms-katholiek; vaak Curie〉1 curia♦voorbeelden:de pauselijke/roomse/Romeinse curie • the papal/Roman Curia -
70 damesfiets
-
71 damp
2 [natuurkunde] vapour♦voorbeelden: -
72 dat
dat11 [zelfstandig (gebruikt)] that2 [bijvoeglijk] that♦voorbeelden:zo, denk je dat? • is that what you think?dat doet maar! • some people!zij heeft dat en dat gezegd • she said such and suchdat is nog eens een man • there's a real man for youdat is het hem nu juist • that's just it, that's the problemziezo, dat is/was dat • right, that's that (then), so much for thatnou, dat is/was het dan • okay, that's that, that was itdat lijkt er meer op • that's more like itwat moet dat? • what's all this about?wat zou dat? • what of it?zij zoeken alleen dat wat voordeel geeft • they only seek (whatever is to) their own advantagemijn boek en dat van jullie • my book and yoursdat mens • that (dreadful) woman1 [beperkend] that, which; 〈 met betrekking tot personen〉 that, who; 〈met betrekking tot personen; 3e en 4e naamval en onmiddellijk na voorzetsels; formeel〉 whom 〈in informeel stijl kan het betrekkelijk voornaamwoord vervallen behalve wanneer het het onderwerp is van de betrekkelijk bijzin〉2 [uitbreidend] which; 〈 met betrekking tot personen〉 who; 〈met betrekking tot personen; 3e en 4e naamval en onmiddellijk na voorzetsels; formeel〉 whom♦voorbeelden:1 het bericht dat hij mij bracht … • the message (that/which) he brought me …het bericht dat mij gebracht werd … • the message that/which was brought me …het jongetje dat ik een appel heb gegeven • the little boy (that/who) I gave an apple tohet kind dat net riep, is mijn zoon • the child that/who just called out is my sonhier woont een meisje dat ik vroeger kende • a girl (that/who) I used to know lives here2 het huis, dat onlangs opgeknapt was, werd verkocht • the house, which had recently been done up, was sold————————dat2〈 voegwoord〉2 [met betrekking tot graadaanduidend gevolg] 〈zie voorbeelden 2〉3 [met betrekking tot reden, oorzaak] that, because4 [met betrekking tot doel] so that5 [met betrekking tot beperking] as far as6 [in uitroepen] 〈zie voorbeelden 6〉♦voorbeelden:1 zij kregen bericht dat hij niet op tijd zou zijn • they got a message (to say) that he would be latein plaats (van) dat je me het vertelt … • instead of telling me, you …de reden dat hij niet komt is … • the reason (why) he's not coming is …uit vrees dat • for fear thatik denk dat hij komt • I think (that) he'll comebehalve dat • except thatzonder dat ik het wist • without me knowingzij zongen dat het een (lieve) lust was • they sang with great gustohet regende dat het goot • it was pouring (down)hij vloekte dat de honden er geen brood van lustten • he swore like a trooper3 hij is kwaad, dat hij niet mee mag • he is angry that/because he can't comeben je ziek dat je zo bleek ziet? • don't you feel well, you look so pale5 is ze handig, dat u weet? • is she any good as far as you know?is hier ook een bioscoop? niet dat ik weet • is there a cinema here? not that I know6 smerig dat het er uit zag! • you should have seen how dirty it was!dat mij nu juist zoiets moest overkomen! • that such a thing should happen to me right now!stommeling dat je bent! • you stupid fool! -
73 davit
-
74 die
1 [om iemand/iets aan te wijzen] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)2 [als terugwijzing] that; 〈 meervoud〉 those; 〈 zonder zelfstandig naamwoord〉 that one; 〈 meervoud〉 those (ones)♦voorbeelden:1 heb je die nieuwe film van Godard al gezien? • have you seen this new film by Godard?die grote of die kleine? • the big one or the small one?die stem van hem • that voice of hisniet deze maar die (daar) • not this one, that onedat meisje met die groene jurk • that girl in the green dressdie en die • so and so, such and suchop die en die dag • on such and such a daydie griet is gek • she's a nutcasedie tijd is voorbij • those times are overken je die? • do you know him/her?wie? die met die lange haren • who? the one with the long hairdie van mij/jou/hem/haar/ons/jullie/hen • mine/yours/his/hers/ours/yours/theirsze draagt altijd van die korte rokjes • she always wears (those) short skirtsken je die van die Belg die … • do you know the one about the Belgian who …?dat zijn van die rare mensen • they're such odd peoplemet alle gevolgen van dien • with all that that entailsdie is goed • that's a good onehet is een rare vent, die Jan • he's a strange guy, Jan iso, die! • oh, him/her!waar is je auto? die staat in de garage • where's your car? it's in the garagewas Jan er ook? nee, die moest werken • was Jan there? no, he had to workdie zit! • bullseye!, touché!〈 informeel〉 die Jan toch • that Jan!1 the♦voorbeelden:hij heeft zijn werk gedaan met die nauwkeurigheid die je van hem mag verwachten • he has worked with the accuracy one has come to expect from him1 [antecedent nog niet geheel bekend] that ⇒ 〈 persoon ook〉 who, 〈 als voorwerp ook〉 whom, 〈 zaak ook〉 which, 〈 zonder onderwerp vaak ook onvertaald〉♦voorbeelden:de kleren die u besteld heeft • the clothes (that/which) you orderedde man die daar loopt, is mijn vader • the man (that's/who's) walking over there is my fatherde mensen die ik spreek, zijn heel vriendelijk • the people (who/that) I talk to are very nicedezelfde die ik heb • the same one (as) I've goter is hier iemand die u wil spreken • there's somebody here (who/that) wants to see youniemand die het weet • nobody knows2 zijn vrouw, die arts is, rijdt in een grote Volvo • his wife, who's a doctor, drives a big Volvo -
75 dier
2 [vertederend/aantrekkelijk persoon] pet, dear♦voorbeelden:redeloze/stomme dieren • dumb animalsieder diertje zijn pleziertje • each to his own -
76 doen
doen1〈 het〉♦voorbeelden:dat is geen manier van doen • that's no way to behavein goeden doen zijn • be well offuit zijn gewone doen zijn • not be one's normal selfergens mee van doen hebben • have (something) to do withvoor hun doen, … • for them, …; …, consideringdat is geen doen • that can't be done————————doen22 [ergens plaatsen] put3 [laten ondergaan] make, do4 [kosten, opbrengen] do ⇒ go for5 [schoonmaken] do ⇒ clean6 [bereizen, bezichtigen] do ⇒ visit7 [+ het] [gewenste (uit)werking hebben] work8 [+ onbepaalde wijs] [laten] make♦voorbeelden:een uitspraak doen • pronounce (on)uitspraak doen • pass judgementdoe mij maar een witte wijn • for me a white wine, I'll have a white wineik geef 't je te doen • it's quite a jobwat kom jij doen? • what do you want?iemand iets doen toekomen • send someone somethingze doet het erom • she does it on purposezij deed niets dan praten • she did nothing but talkwat doet hij (voor de kost)? • what does he do (for a living)?moet je wat doen? • do you have to go (somewhere)?er is niets tegen te doen • nothing can be done (about it), there's nothing to be donehij heeft het meer gedaan • he has done it beforezoiets doe je niet • you (just) don't do that (sort of thing)veel/weinig te doen hebben • have a lot/little to dowat is hier te doen? • what's going on here?ik weet niet waar ze het van doen • I don't know how they do itvergeet niet om … Doe ik • don't forget to … Will dodat doet me plezier • I'm glad about thatiemand verdriet/pijn doen • hurt someone, cause someone grief/painhet deed me niets • I couldn't have cared lessdie muziek doet me niets • I don't care for that musiczo'n ervaring doet je wat • such an experience moves/gets you4 wat moet dat boek doen? • how much do you want for that book?de tv doet het niet meer • the TV is out of orderdat doet het hem • that makes all the differenceiemand iets doen geloven • lead someone to believe somethinghij deed van zich spreken • he had people talking about himwe weten wat ons te doen staat • we know what (we are) to dodat moet je altijd doen • that's something you should always dodaar kan hij het mee doen • he can put that in his pipe and smoke iter het zwijgen toe doen • not say a worddat doet er niets toe • that's beside the pointer niets aan kunnen doen • not be able to help itkan ik er iets aan doen! • I can't help it!er is niets aan te doen • there's nothing to do about it, it can't be helpedmet iemand te doen hebben • feel sorry for someonehet is hem te doen om • he is out to (do something)niets aan te doen • can't be helpedte niet doen • undo, nullifyzich aan iets te goed doen • do (oneself) well on something2 [bezig zijn met] do, be3 [handel drijven] do ⇒ deal♦voorbeelden:gewichtig doen • act importantdoe maar net of ik er niet ben • just pretend I am not hereniet doen! • don't (do that)!doen alsof • pretendje doet maar • 〈 vaak ironisch〉 go ahead, suit yourselfaan sport doen • do/take part in sport(s)aan de lijn doen • be dietinghij doet lang over dat boek • he is taking a long time over that book -
77 eventueel
I 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 alles of eventueel de helft • all of it, or alternatively halfmen kan eventueel ook met een cheque betalen • payment by cheque is also possibleik zou eventueel nog een maandje kunnen wachten • I could if necessary wait another month or soindien de dokter eventueel mocht weigeren • in the event that the doctor refuseswij zouden eventueel bereid zijn om … • we might be prepared to …het eventueel te veel betaalde krijgt u natuurlijk terug • you will of course be refunded any money paid in excessmocht dat eventueel het geval zijn • should that prove to be the caseII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 eventuele klachten indienen bij … • (any) complaints should be lodged with …eventuele klanten • prospective/potential customersbij eventuele moeilijkheden • if any problems ariseeventuele onkosten kunt u declareren • you may declare any expensesverzekering tegen eventuele verliezen • insurance against accidental loss(es) -
78 fanaat
fanaat1〈de; vaak in samenstellingen〉♦voorbeelden:————————fanaat2 -
79 fobie
1 [vaak in samenstellingen] phobia♦voorbeelden: -
80 funderen
♦voorbeelden:een standpunt theoretisch funderen • give a sound theoretical basis for one's opinions
См. также в других словарях:
VAAK — ICAO Airportcode f. Akola (India) … Acronyms
VAAK — ICAO Airportcode f. Akola ( India) … Acronyms von A bis Z
vaak genoeg — nofotron … Woordenlijst Sranan
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia
Rien Poortvliet — (august 7 1932 – september 15 1995) was a Dutch draughtsman and painter.Born in Schiedam, he was best known for his [http://images.google.com/images?hl=en q=Rien+Poortvliet btnG=Search+Images gbv=2 drawings] of animals and for Gnomes in the… … Wikipedia
Akola Airport — Infobox Airport name = Akola Airport nativename = nativename a = nativename r = image width = caption = image2 width = caption2 = IATA = AKD ICAO = VAAK type = Public owner = Government of India operator = Airports Authority of India owner oper … Wikipedia
Sandmann — Vilhelm Pedersen: Ole Lukøje, Illustration zu Andersens Märchen Der Sandmann ist eine in der westeuropäischen Mythologie angesiedelte Sagengestalt. Nach der Überlieferung besucht er des Abends die Kinder, streut Schlaf bewirkenden Sand in ihre… … Deutsch Wikipedia
Fag — Fag, v. i. [imp. & p. p. {Fagged} (f[a^]gd); p. pr. & vb. n. {Fagging} (f[a^]g g[i^]ng).] [Cf. LG. fakk wearied, weary, vaak slumber, drowsiness, OFries. fai, equiv. to f[=a]ch devoted to death, OS. f[=e]gi, OHG. feigi, G. feig, feige, cowardly,… … The Collaborative International Dictionary of English
Fagged — Fag Fag, v. i. [imp. & p. p. {Fagged} (f[a^]gd); p. pr. & vb. n. {Fagging} (f[a^]g g[i^]ng).] [Cf. LG. fakk wearied, weary, vaak slumber, drowsiness, OFries. fai, equiv. to f[=a]ch devoted to death, OS. f[=e]gi, OHG. feigi, G. feig, feige,… … The Collaborative International Dictionary of English
Fagging — Fag Fag, v. i. [imp. & p. p. {Fagged} (f[a^]gd); p. pr. & vb. n. {Fagging} (f[a^]g g[i^]ng).] [Cf. LG. fakk wearied, weary, vaak slumber, drowsiness, OFries. fai, equiv. to f[=a]ch devoted to death, OS. f[=e]gi, OHG. feigi, G. feig, feige,… … The Collaborative International Dictionary of English
To fag out — Fag Fag, v. i. [imp. & p. p. {Fagged} (f[a^]gd); p. pr. & vb. n. {Fagging} (f[a^]g g[i^]ng).] [Cf. LG. fakk wearied, weary, vaak slumber, drowsiness, OFries. fai, equiv. to f[=a]ch devoted to death, OS. f[=e]gi, OHG. feigi, G. feig, feige,… … The Collaborative International Dictionary of English