-
41 didactic
-
42 facile
adj. oppervlakkig, makkelijk; vlot vaardig; aangenaam1 oppervlakkig ⇒ luchtig, luchthartig -
43 flunkey
-
44 hard-core
-
45 infantile
-
46 ism
-
47 journalese
adj. Journalistieke stijl, sensatie stijl, krantetaal--------n. krantestijl[ dzjə:nəlie:z] 〈 vaak pejoratief〉1 journalistieke stijl ⇒ krantentaal, sensatiestijl -
48 mammy
n. ma, mam, moeder, mama (Informeel); (Beledigende Taal) zwarte vrouw die als verzorgster voor blanke kinderen diende (in het verleden in zuiden van de V.S.)[ mæmie] 〈meervoud: mammies〉1 mammie -
49 menial
adj. dienstbaar; oninteressant, saai (werk)--------n. dienstbode; een min baantje[ mie:niəl] 〈 vaak pejoratief〉♦voorbeelden: -
50 metaphysical
adj. metafysisch,bovennatuurlijk[ - fizzikl] -
51 minion
n. favoriet; knecht[ minniən]♦voorbeelden: -
52 moan
n. (ge)kreun, gekerm--------v. kermen, kreunen; klagen, jammerenmoan1[ moon] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————moan2♦voorbeelden:2 what's he moaning about now? • waarover zit ie nu weer te zeuren?II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
53 modish
-
54 monkish
-
55 muzak
n. achtergrondmuziek in publieke gebouwen gehoord (in liften, restaurants, enz.)[ mjoe:zæk] 〈 vaak pejoratief〉 -
56 officialdom
-
57 operator
n. operateur; telefonist(e), arbeider; (in computers) operator, een teken dat aangeeft dat de computer werkt; een bewerkingsteken voor een logische of matematische bewerking[ oppəreetə]1 〈 benaming voor〉iemand die machine/toestel/schakelbord bedient ⇒ operateur; telefonist(e); telegrafist(e); bestuurder -
58 paint
n. verf--------v. verven; schilderenpaint1[ peent]♦voorbeelden:wet paint! • pas geverfd!facial paint • maquillageII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————paint2♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
59 panacea
-
60 paternalism
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
vaak+pejoratief
Страницы