-
1 man glaubte ihm den Sinneswandel nicht
men was er (nog) niet zo van overtuigd dat hij van mening, opvatting veranderd isWörterbuch Deutsch-Niederländisch > man glaubte ihm den Sinneswandel nicht
-
2 Sinn
〈m.; Sinnes, Sinne〉3 〈alleen meervoud; formeel〉zin, (geest)vermogens ⇒ bewustzijn, verstand4 zin, gevoel♦voorbeelden:ein sechster Sinn • een zesde zintuigwenn mich meine Sinne nicht täuschen • als mijn ogen en oren mij niet bedriegenim engeren, weitesten Sinn • in engere, de ruimste zinim strengsten Sinne • strikt genomendas ergibt keinen Sinn • dat heeft geen zinin jedem Sinn • in elk opzichtim Sinne von Art. 2 • als bedoeld in artikel 2im Sinne des Uhrzeigers • met de wijzers van de klok meedas ist ohne Sinn • dat heeft geen zin, nut3 seine fünf Sinne nicht beisammenhaben • ze niet allemaal, niet alle vijf bij elkaar hebbenseine fünf Sinne zusammenhalten, -nehmen • het hoofd erbij houdenjemandem schwinden, vergehen die Sinne • iemand verliest het bewustzijner ist nicht ganz bei Sinnen • hij is niet goed wijsbist du denn ganz und gar von Sinnen? • ben je nou helemaal (van lotje getikt)?vor Angst von Sinnen • buiten zichzelf van angstmit jemandem eines Sinnes sein • het met iemand eens zijnseinen Sinn ändern • van gedachten veranderenseine Sinne für etwas öffnen • ontvankelijk voor iets zijnjemandes Sinn ist auf eine Sache gerichtet • iemands gedachten zijn op iets gerichtsein Sinn steht nach Höherem • hij heeft aspiratiesmir steht der Sinn nicht nach Späßen • mijn hoofd staat niet naar grapjesdas geht, will mir nicht aus dem Sinn • dat gaat mij steeds door het hoofddas ist mir aus dem Sinn gekommen, geschwunden • ik ben het vergeten, dat is mij ontschotensie will mir nicht aus dem Sinn (gehen) • ik moet steeds aan haar denkenetwas fährt, geht mir durch den Sinn • iets schiet mij in de zin, schiet mij te binnenetwas im Sinn haben • iets van plan, van zins zijner hat mit Mädchen noch nichts im Sinn • hij interesseert zich nog niet voor meisjesetwas im Sinn tragen • met iets rondlopendas kam mir in den Sinn • dat kwam in mij opdas will mir nicht in den Sinn • dat wil, kan er bij mij niet indas war so recht nach seinem Sinn • dat was helemaal naar zijn zinohne Sinn und Verstand • zonder overleg, ondoordachtheiteren Sinnes, mit heiterem Sinn • met opgewekt gemoedleichten Sinnes • opgewekt, onbezorgd -
3 Anschauung
Anschauung〈v.; Anschauung, Anschauungen〉1 mening, opvatting ⇒ zienswijze3 voorstelling ⇒ kennis, ervaring♦voorbeelden:nach meiner Anschauung • naar, volgens mijn meningder Anschauung sein • van mening zijnin Anschauung versunken • in meditatie verzonkenkeine Anschauung von den Zusammenhängen haben • geen voorstelling van de samenhang hebben¶ in Anschauung der Tatsachen • met het oog op de feiten, gezien de feiten -
4 ander
ander♦voorbeelden:1 ein anderes Mal • een ander(e), volgende keeranderer Meinung sein • een andere mening toegedaan zijnjemanden eines anderen belehren • iemand op de hoogte brengen van de ware toestand, toedrachtsich eines anderen besinnen • van mening veranderenein Wort gab das andere • van het ene woord kwam het anderees ist ein anderer • het is iemand andersvieles andere mehr • nog veel meereiner hinter, nach dem ander(e)n • de ene na de andereeins ins andere gerechnet • door elkaar genomenein Mal über das andere (Mal) • keer op keer, telkens weereinen Tag um den anderen • om de andere dagvon einem Tag zum anderen • van de ene dag op de anderezum andern • ten tweedeeins kam zum anderen • het ene bracht het andere meedie einen …, die anderen … • sommigen …, anderen …alles andere als • allesbehalveauf die eine oder andere Art • op de een of andere manierund anderes mehr • en wat dies meer zij -
5 geben
gebenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 das wird noch viel Ärger geben! • daar zal nog heel wat narigheid van komen!ein Wort gab das andere • van het ene woord kwam het andereer wird einen guten Lehrer geben • hij zal een goede leraar wordenes jemandem geben • iemand ervan langs gevengib (es) ihm! • geef het hem!was wird das geben? 〈 informeel〉 was gibt das? • wat zal dat worden?gut gegeben! • goed zo, gedaan!nichts auf eine Sache geben • geen waarde aan iets hechtenden Wagen in die Werkstatt geben • de wagen naar de garage brengenich gäbe viel darum • ik zou er heel wat voor overhebbeneine Meinung von sich geben • een mening uiten1 zich gedragen ⇒ optreden, zich houden♦voorbeelden:III 〈onpersoonlijk werkwoord; met 4e naamval〉♦voorbeelden:¶ das gibts bei uns nicht • dat kennen, hebben wij nietso was gibt es bei mir nicht! • dat mag bij mij niet!was gibt es im Kino? • wat draait er in de bioscoop?es gibt • er is, er zijn, er bestaat, er bestaanhier gibt es nur Briefmarken • hier zijn alleen postzegels verkrijgbaares gab kein Entkommen • er was geen ontkomen aanes wird Regen geben • we krijgen regenes wird ein Unglück geben • daar komen ongelukken vanwas gibts? • wat is er?was gibt es zu essen? • wat krijgen we te eten?〈 informeel〉 was es nicht alles gibt! • wat er (toch) niet allemaal mogelijk is!〈 informeel〉 gibt es dich auch noch? • leef jij ook nog?〈 informeel〉 da gibts nichts! • (a) daar is niets aan te doen!; (b) vast en zeker! • (c) zonder pardon!; (d) geen sprake van!so was gibts • dat komt wel (eens) voorgibts denn so was! • heb je van je leven!〈 informeel〉 gleich gibts was! • dadelijk zwaait er wat!das gibt es nicht! • dat bestaat, kan niet! -
6 teilen
teilenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jemandes Freude, Glück teilen • in iemands vreugde, geluk delenmit geteilten Gefühlen • met gemengde gevoelensgeteilter Meinung sein • van mening verschillenin Gruppen teilen • in groepen in-, verdelenetwas unter den Kindern teilen • iets onder de kinderen verdelen2 zich splitsen ⇒ zich delen, zich vertakken3 uit elkaar gaan, uiteengaan ⇒ opengaan, openschuiven♦voorbeelden:sich in den Gewinn teilen • de winst (onder elkaar) delen -
7 Berg
〈m.; Berg(e)s, Berge〉2 stapel, berg, hoop♦voorbeelden:1 mit seiner Meinung nicht hinter dem Berg(e) halten • zijn mening niet onder stoelen of banken stekenüber alle Berge sein • ervandoor zijnüber den Berg sein • het ergste achter de rug hebben -
8 Farbe
Farbe〈v.; Farbe, Farben〉1 kleur, tint 〈 ook figuurlijk〉2 kleur, verf3 gelaats-, huidskleur♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉 etwas in den leuchtendsten, schwärzesten Farben (aus)malen • iets zeer positief, zeer negatief voorstellenetwas Farbe auftragen • er een beetje kleur op leggen, zich wat schminken3 sein Gesicht verlor alle Farbe • hij werd helemaal bleek, hij trok wit wegFarbe bekennen • kleur bekennen, zijn mening zeggendie Farbe wechseln • van partij, politieke overtuiging veranderen -
9 glauben
glauben♦voorbeelden:ich glaube dir jedes Wort • ik geloof alles wat je zegtich glaube dir kein Wort • ik geloof geen woord van wat je zegtjemanden glauben lassen, machen • iemand doen gelovenkaum zu glauben! • niet te geloven, ongelofelijk!jemandem glauben • iemand gelovenjemandem etwas glauben • iets aannemen van iemandich glaube ihm seine Krankheit nicht • ik geloof niet zo in zijn ziekteman glaubte ihm den Sinneswandel nicht • men was er (nog) niet zo van overtuigd dat hij van mening, opvatting veranderd isdas kannst du mir glauben! • dat kun je van mij aannemen!wer hätte das geglaubt! • wie had dat gedacht, kunnen denken!wers glaubt, wird selig! • een gek die het gelooft!ich glaube gar! • nee toch!, nee, nou nog mooier!das glaube ich gern! • ik geloof het graag!ich glaube, ja • ik geloof, denk van welich glaube, nein • ik geloof, denk van nietich glaube schon • ik geloof van weldas glaube ich wohl! • dat wil, kan ik wel geloven!an die Wahrheit glauben • in de waarheid geloven¶ 〈 spreekwoord〉 wer einmal lügt, dem glaubt man nicht, und wenn er auch die Wahrheit spricht • ±ieen leugenaar wordt niet geloofd, al zweert hij bij zijn ziel en hoofd/i
См. также в других словарях:
Sensualisme — Den mening, at al erkendelse skyldes sanseindtryk. Livssyn med sanselig nydelse som mål … Danske encyklopædi
Stamme — Den del af ordet, som er tilbage (og giver mening) når endelserne fjernes. Består af roden + evt. affikser. Syn. grundform. Se også Samdannelse, Rod, Supinumstamme. Ex: spis er, arbejdsløs heden Verbalstammer (latin og græsk): 1. præsensstammen ( … Danske encyklopædi
Kasachische Nationalhymne — Am 6. Januar 2006 trat in Kasachstan eine neue Nationalhymne in Kraft, mit der die bisherige Hymne Zharalghan namystan qaharman ersetzt wurde, deren Melodie bereits vor 1991 Hymne der Kasachischen SSR gewesen war. Die neue Nationalhymne ist das… … Deutsch Wikipedia
Menin Kazakhstanym — Am 6. Januar 2006 trat in Kasachstan eine neue Nationalhymne in Kraft, mit der die bisherige Hymne Zharalghan namystan qaharman ersetzt wurde, deren Melodie bereits vor 1991 Hymne der Kasachischen SSR gewesen war. Die neue Nationalhymne ist das… … Deutsch Wikipedia
Nationalhymne Kasachstans — Am 6. Januar 2006 trat in Kasachstan eine neue Nationalhymne in Kraft, mit der die bisherige Hymne Zharalghan namystan qaharman ersetzt wurde, deren Melodie bereits vor 1991 Hymne der Kasachischen SSR gewesen war. Die neue Nationalhymne ist das… … Deutsch Wikipedia
Nationalhymne von Kasachstan — Am 6. Januar 2006 trat in Kasachstan eine neue Nationalhymne in Kraft, mit der die bisherige Hymne Zharalghan namystan qaharman ersetzt wurde, deren Melodie bereits vor 1991 Hymne der Kasachischen SSR gewesen war. Die neue Nationalhymne ist das… … Deutsch Wikipedia
Anneke Blok — (* 1960 in Rheden, Gelderland, Niederlande) ist eine niederländische Schauspielerin. Inhaltsverzeichnis 1 … Deutsch Wikipedia
Deutsche Sprache — Deutsche Sprache, die Sprache, welche als der eine Zweig des Germanischen Sprachastes, im Gegensatz zu den skandinavischen Germanen, von den festländischen Germanen, insbesondere von den in Deutschland wohnenden gesprochen wurde u. noch… … Pierer's Universal-Lexikon
Xenodoksi — 1. Græsk for en lære eller mening, der afviger fra den herskende. 2. Kættersk lære eller mening … Danske encyklopædi
Meinen — 1. Am Meinen und Glauben bindet man kein Pferd fest. – Eiselein, 458; Simrock, 6940; Körte, 4196; Graf, 374, 489; Braun, I, 2655. Holl.: Aen meinen en bint nieman peerde vast. (Harrebomée, II, 160b; Prov. comm., 5; Tunn., 4, 11.) (Ancipiti posti… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Justus Menius — Justus Menius, auch Jodocus Mening, (* 18. Dezember 1499 in Fulda; † 11. August 1558 in Leipzig) war ein deutscher evangelischer Theologe und Reformator Thüringens. Inhaltsver … Deutsch Wikipedia