-
1 uitwijken
1 [uit de weg gaan] s'écarter2 [noodgedwongen verhuizen] s'exiler3 [Algemeen Zuid-Nederlands][emigreren] émigrer♦voorbeelden:voor een auto uitwijken • s'écarter pour laisser passer une voiturevoor een slag uitwijken • esquiver un coup -
2 uitwijken
2 [noodgedwongen verhuizen] go into exile ⇒ flee/leave one's country, 〈 figuurlijk, + naar〉 push off (to), switch (to)♦voorbeelden:men liet het luchtverkeer naar Oostende uitwijken • air traffic was diverted to Ostendvoor een auto uitwijken • get out of the way of a car2 〈 figuurlijk〉 wegens ruimtegebrek zijn we uitgeweken naar de sporthal • we switched to the gymnasium for reasons of space -
3 uitwijken
объехать, уклониться; бежать;,сбежать* * ** (z)1) сторониться, уступать дорогу, давать дорогуvoor een auto úitwijken — дать дорогу автомобилю
2) эмигрировать3) стоять косо (о стене и т. п.)* * *гл.общ. избегать, сбежать, объезжать, уклоняться, увернуться(от удара), сторониться, эмигрировать, отклоняться (от отвеса), давать дорогу, стоять косо, уступать -
4 uitwijken
v. step aside, dodge, emigrate -
5 uitwijken
• to deflect• to deviate• to diverge• to move sideways -
6 uitwijken
1) utvandra2) emigrera -
7 uitwijken
se réfugier -
8 uitwijken
emigrá -
9 het uitwijken
-
10 naar rechts uitwijken
naar rechts uitwijken -
11 voor een auto uitwijken
voor een auto uitwijken -
12 voor een slag uitwijken
voor een slag uitwijken -
13 men liet het luchtverkeer naar Oostende uitwijken
men liet het luchtverkeer naar Oostende uitwijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > men liet het luchtverkeer naar Oostende uitwijken
-
14 rechts uitwijken
rechts uitwijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rechts uitwijken
-
15 voor een auto uitwijken
voor een auto uitwijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor een auto uitwijken
-
16 давать дорогу
vgener. uithalen, uitwijken -
17 избегать, сбежать
vgener. uitwijken -
18 объезжать
v -
19 отклоняться
v1) gener. hellen (naar - в какую-л. сторону), afwijken, uitwijken (от отвеса), wijken2) navy. afhouden (от курса)3) gram. declineren4) SAP.fin. weglopen (напр., о кривой) -
20 сторониться
vgener. uithalen, uitwijken, mijden, ontwijken, uit de weg gaan
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon