-
1 uittikken
-
2 uittikken
-
3 uittikken
( (от)(на)печатать); отстукать; (о)салить -
4 type
n. soort; type; lettertype; wijze--------v. typen, tikkentype1[ tajp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:in italic type • in cursief (schrift)————————type2♦voorbeelden:type up • in definitieve vorm uittikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
5 uittypen
-
6 run down
uitgeput raken; verlopen; omverlopen, overrijden; opsporen; uitputten (onderwerp); afbreken, afgeven op; verminderenrun down2 uitgeput raken ⇒ verzwakken, op raken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 opsporen ⇒ vinden, te pakken krijgen♦voorbeelden:4 how dare you run her down? • hoe durf je haar te kleineren? -
7 type out
type out -
8 type up
type up
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский